Raf Tits judoLabo 2000
5
REKRUTERING EN SELECTIE
“Er is een sterk karakter nodig om de lange weg naar de top vol te houden.” Alexander Jatskevitsj, medaillewinnaar op de Olympische spelen van 1980 en sportdirecteur van de Vlaamse Judofederatie
Pak de besten, train ze met de besten en laat ze tegen de besten spelen, met de besten, luidt het credo bij de selectie en rekrutering van jonge talenten.1 Wie zijn echter die besten? Hoe herken je een judotalent? Rekrutering en selectie waren de voorbije jaren een hot item op internationale congressen en symposia. Zo was in 1997 in Gent het 4e Internationaal Sportwetenschappelijk Symposium gewijd aan talentdetectie en talentontwikkeling in de sport. Dit symposium onderzocht vanuit verschillende invalshoeken hoe een talent eventueel kan herkend worden en eens herkend, hoe zo‟n talent kan begeleid worden. Wie of wat een judotalent is, maakte dit symposium echter niet duidelijk. Wel leverden de voordrachten enkele belangrijke aandachtspunten en raadgevingen op: - ouders zijn erg belangrijk bij de ontwikkeling van talent; - de ontwikkeling van een jeugdig sporttalent doorloopt verschillende fasen met ieder zijn eigenheid;
Rekrutering en selectie
-
selecteer breed, pik niet enkel de op het eerste zicht supertalenten uit.
Anders dan de bondscoach die reeds met een selectie werkt, moet je als clubcoach uitgaan van het groepje jongeren dat – eerder toevallig – lid wordt. Het nadeel is dus dat je maar uit een zeer kleine groep kan selecteren. Het voordeel is dat de groep zo klein is dat je echt kan selecteren en kan uitkiezen wie in aanmerking komt voor wedstrijdvoorbereiding en wedstrijddeelname. 5.1 Het problematisch karakter van objectieve selectiecriteria De selectie van talenten zou moeten gebeuren op basis van objectieve criteria. Dit is echter problematisch. In de eerste plaats omdat binnen judo objectieve criteria voor basisbekwaamheden en voor het meten van die bekwaamheden nog niet bekend zijn. Wel werden er reeds pogingen ondernomen om testbatterijen te ontwikkelen.2 Deze tests zijn echter enkel richtingaangevend omdat de relatie tussen test en later judosucces niet is onderzocht.
27
Creatief coachen
Raf Tits judoLabo 2000
Het gebruik van tests is ook problematisch omdat kinderen opgroeien in hun eigen tempo. Wie vandaag goed is, is niet noodzakelijk later goed. Wie nu nog geen kampioen is, kan later wel kampioen worden. Het niveau van de voor judo belangrijke basisbekwaamheden kan door rijping, groei en training veranderen. 5.2 Selectie door het oog van de meesters Door het problematisch karakter van objectieve criteria, moet gezocht worden naar een andere methode die een zekere objectiviteit waarborgt. Het maken van de selectie door alle clubtrainers samen in onderling overleg kan borg staan voor voldoende objectiviteit.
-
Deze vergadering van trainers, ieder met zijn „oog van de meester‟ en denkend vanuit hetzelfde jeugdplan, heeft een goed totaalbeeld van de kleine groep van kandidaten. Op basis van observatie tijdens trainingen kunnen de clubcoaches de judoka‟s onderling vergelijken en inschatten wie niveau kan halen en wie mogelijkheden heeft om zich te ontwikkelen. Tijdens de selectievergadering dienen de volgende vragen als bakens: - Wat is het FIT-profiel van de judoka? Wat zijn op dit moment zijn talenten en tekorten op het vlak van Fysiek, Intelligentie en Techniek? (zie paragraaf 5.3.1). Karakter primeert steeds op fysiek of technisch talent. Talent voor techniek geeft op termijn immers minder garanties op judosucces dan doorzettingsvermogen, veerkracht en zin voor uitgestelde bevrediging. - Zijn de tekorten trainbaar en is dat voor de jonge judoka leerbaar? - Heeft de jonge judoka een gezonde sociale situatie? De directe
Rekrutering en selectie
omgeving mag geen verkeerde invloed uitoefenen. Zowel onverschilligheid als te grote verwachtingen en druk van de ouders zijn nefast. Een kind dat bijvoorbeeld bij het minste vergrijp door zijn ouders gestraft wordt met een verbod om te trainen, kan ondanks mogelijke talenten niet naar behoren worden gecoacht. Het gebrek aan steun of de dwang en manipulatie vanwege de ouders is de belangrijkste reden voor jonge talentvolle atleten om hun deelname in de competitiesport te stoppen.3 Toont de jonge judoka tekenen van judo-intelligentie? Afgeleid van wat Hofstadter4 opsomt als essentiële eigenschappen van intelligentie beschouw ik de volgende kwaliteiten als tekenen van judo-intelligentie: - zeer flexibel reageren op gevechtssituaties in randori; - in randori gebruik maken van gunstige omstandigheden; - op nieuwe techniektoepassingen komen door oude technieken op een nieuwe manier samen te voegen; - met volledig nieuwe technieken aankomen.
In ieder geval is het aan te raden om breed te selecteren: ook jongeren die niet op alle vlakken goed scoren (bijvoorbeeld fysiek zeer sterk, maar technisch minder) komen in aanmerking voor een opleiding tot wedstrijdjudoka indien ze gemotiveerd zijn. 5.3 De opvolging van een judotalent Wegens de eerdere vaststellingen dat kinderen opgroeien in hun eigen tempo en dat de sportcarrière van een jongere in fasen verloopt, is re-
28
Creatief coachen
Raf Tits judoLabo 2000
krutering en selectie niet eenmalig. Een talent heeft opvolging nodig.
Techniek De volgende elementen worden beoordeeld: technische componenten van de taxonomie van variabelen van invloed op het wedstrijdverloop (ne waza (controle, klem, wurging), tachi waza (kumi kata, aanval, verdediging), verbinding tachi waza/ne waza, schakels, overnamen), algemene lichaamshouding en manier van bewegen.
5.3.1 Het „FIT voor judo‟ volgsysteem Om een goed beeld te krijgen van de mogelijkheden van iedere judoka is een volgsysteem, een evaluatiesysteem nodig. In zo‟n volgsysteem zullen de fysieke en technische ontwikkeling van de judoka en zijn ontplooiing als wedstrijdsporter worden bijgehouden.
Voor elk onderdeel geeft het trainersteam (indien al mogelijk in de fase van de opleiding) op het einde van het seizoen een score en een bespreking gevolgd door een toekomstprognose. De bespreking wordt doorgenomen met de judoka en met de ouders; de score en de toekomstprognose worden niet aan de judoka meegedeeld.
Hoewel geënt op voorbeelden uit de literatuur in voege voor andere sporten, ontwikkelde ik met collegacoaches een eigen volgsysteem bruikbaar voor jeugdige wedstrijdjudoka‟s: het FIT- voor judo volgsysteem. (voorbeeld zie bijlage 5 I) Als uitgangspunt hanteerden we de volgende vragen: - Welke eigenschappen moet een judoka bezitten om goede wedstrijdresultaten te behalen? - Hoe kunnen we deze eigenschappen beoordelen?
Elke eigenschap heeft natuurlijk een eigen manier van evalueren. Voor sommige eigenschappen bestaan objectieve testen (zie hoofdstuk 4). Voor andere elementen (bvb. bijna alle elementen van „Intelligentie‟) zijn het de trainers die met hun „oog van de meester‟ de judoka‟s evalueren.
Het letterwoord FIT staat voor: Fysiek De volgende elementen worden geïnventariseerd en beoordeeld: lichaamslengte en gewicht in verhouding tot de gewichtsklasse, aërobe en anaërobe uithouding, kracht, snelkracht, snelheid, blessuregevoeligheid. Intelligentie Deze component groepeert alles wat niet behoort tot het fysieke of technische aspect, t.t.z. creativiteit, doorzettingsvermogen, concentratievermogen, vatbaarheid voor kritiek op eigen prestaties, zelfvertrouwen, leergedrag, judo-intelligentie, gedrag volgens de tactische componenten van de taxonomie van variabelen van invloed op het wedstrijdverloop.
Rekrutering en selectie
5.3.2 Opvolging tijdens de fasen van de sportloopbaan De loopbaan van een jeugdig talent kan verdeeld worden in verschillende fasen: de initiatiefase, de ontwikkelingsfase en de perfectiefase.5 Een goed jeugdplan voorziet voor elke nieuwe fase een evaluatiemoment. Tracht steeds een sfeer te creëren waarin judoka‟s een selectie voor de wedstrijdkern, het A-Team, beschouwen als een eer. Eigen keuzes van judoka‟s worden steeds gerespecteerd door de trainers en moeten ook gerespecteerd worden door de collega-judoka‟s. Wie meent dat wedstrijdjudo toch geen spek naar zijn
29
Creatief coachen
Raf Tits judoLabo 2000
-
PERFECTIEFASE - + 17 jaar keuze van kandidaat-topsporters
selectie van kandidaat-topsporters d.m.v. een selectie door de vergadering van trainers gekoppeld aan de eigen keuze van de judoka aan de hand van de judokeuzeprofielen (zie bijlage V II)
ONTWIKKELINGSFASE - 13-17 jaar opname in het A-Team Senior -
evaluatie van de individuele ontwikkeling via het FIT voor judovolgsysteem herzien van de selectie door de vergadering van trainers en heroriëntatie naar recreatief judo voor wie niet voldoet instellen van twee snelheden binnen het A-Team Senior
-
-
Figuur 7
INITIATIEFASE - 10 – 13 jaar opname in het A-Team Jeugd -
evaluatie via het FIT voor judovolgsysteem eerste brede selectie door de vergadering van trainers
Opvolging van judotalent in judoteam Duffel.
bek is, wordt niet scheef bekeken. Evenzeer trachten wij judoka‟s die we op 13- of op 17-jarige leeftijd verwijderen uit het A-Team te laten voelen dat ook recreatief judo tof en waardevol is. Met het vorderen van de fasen wordt de judobeoefening intensiever en tijdrovender. Niet alle jongeren willen hun jonge leven volledig aan het judo wijden. Signalen dat het allemaal een beetje te veel wordt bij een jongere zijn dikwijls woorden als: “Ik wil ook nog een beetje vrije tijd!” Dergelijke jongeren laten wij dan ook dadelijk een stapje terug zetten. Voor wie echt gemotiveerd is, is judo natuurlijk zijn favoriete vrijetijdsbesteding.
mers zijn eigen verwachtingen, mogelijkheden en randvoorwaarden. Vanuit een emancipatorische, judokagerichte visie op judo-opvoeding, willen de trainers dat de judoka zelf kiest welke richting hij uitgaat (je wordt immers al vlug meegesleept met de judostroom) en met welke snelheid gebaseerd op de eigen mogelijkheden en ambities en in samenspraak met ouders en trainers. Je kan de toekomst niet voorspellen, maar een judoka kan in ieder geval weten waarvoor hij kiest. De judokeuze-profielen willen hierbij helpen. De profielen zijn enkel richtingaanwijzers. De toekomstige realiteit van elke individuele judoka zal steeds ergens tussenin liggen. Het profiel dat een judoka kiest, wordt richtingaangevend voor de individuele trainingsplanning. Wie kiest voor de variant kandidaat-topsporter en daartoe volgens de trainers de mogelijkheden heeft, wordt verder
Bij de overgang naar de perfectiefase laten wij de judoka‟s zelf kiezen aan de hand van judo-keuze-profielen (zie bijlage 5 II). Ieder van de judoka‟s van het A-Team-Senior heeft im-
Rekrutering en selectie
30
Creatief coachen
Raf Tits judoLabo 2000
individueel begeleid. Een keuze kan na enige tijd uiteraard worden bijgestuurd.
met de in de tijd veranderende relatie coach-judoka (zie Inleiding). Met de fasen moet tevens rekening worden gehouden bij de opstelling van een meerjarenplan.
De verschillende fasen van de sportloopbaan kunnen parallel lopen
1. Uitspraak van Hans Westerhof in een artikel van Aernout Dorpmans, Aspecten die van belang zijn bij het werken met een topploeg, in: Richting Sportgericht, 4 1995. 2. In het kader van de actie Lentespelen ontwikkelde Jeanine Peeters in een judotestbatterij. Het NWJV van de Duitse judofederatie ontwikkelde een Talentsichtungskonzept voor jongeren tot 14 jaar die de volgende kwaliteiten test: coördinatie, lenigheid, judo, kracht, uithouding. 3. Vanden Auweele, Topsport, hoe kom je er (niet) toe? in: Sport, 30, 1988, p. 19-26. 4. D.R. Hofstadter, Godel, Escher, Bach, Contact 1988, p. 31. 5. B.S. Bloom, Developing talent in young people, New York : Ballantine Books , 1985.
Rekrutering en selectie
31
Creatief coachen