De BIM gegevens : "Lawaai in Brussel"
36. BEHANDELING
November 2005
EN ANALYSE VAN DE KLACHTEN BETREFFENDE GELUIDSHINDER
1.Procedures voor klachtindiening De bevoegdheden voor het behandelen van klachten over geluidshinder zijn verdeeld tussen verschillende instanties en instellingen.
.1.1.Bevoegdheden buurtlawaai
inzake
geluidshinder
van
ingedeelde
inrichtingen
en
Het BIM, de gemeenten en de officieren van gerechtelijke politie zijn juridisch bevoegd om alle overtredingen van de ordonnantie betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving en haar toepassingsbesluiten vast te stellen (geluidshinder veroorzaakt door ondernemingen, door horecainrichtingen of door particulieren in of bij hun woning). Aangezien echter in hoofdzaak het BIM de nodige uitrusting en technische expertise heeft om geluidsmetingen te doen, beheert voornamelijk het BIM de geluidshinder van technische installaties (airconditioning, verwarmingsketels, werkplaatsen, installaties voor muziekversterking). Die geluidshinder is gemakkelijker te objectiveren met geluidsmetingen dan geluidshinder die voortvloeit uit het gedrag van personen. Dat laatste type geluidshinder doet zich immers niet altijd herhaaldelijk voor, of als het zich toch meermaals voordoet, gebeurt dat met wisselend geluidsvolume en op onvaste tijdstippen. Problemen met buurtlawaai zouden dus hoofdzakelijk moeten worden gemeld bij de gemeenten (milieudienst, ombudsdienst) en de politie (vooral aangesproken bij dringende klachten, tumult op de openbare weg of nachtelijke herrie). De meeste problemen met buurtlawaai zouden bij voorkeur moeten kunnen worden opgelost via een bemiddelingsproces (zie fiche 42. Beheer van buurtlawaai). Bemiddeling heeft tot doel de partijen te verzoenen en een gerechtelijke procedure te vermijden. Als de bemiddeling mislukt, kan, als alternatief voor het indienen van een klacht bij de gemeente, ook een verzoek tot verzoening worden ingediend bij de vrederecher. Toch was er de afgelopen jaren een aanzienlijke stijging van het aantal aanvragen om geluidshinder te objectiveren met geluidsmetingen. Met het oog op een optimale coördinatie tussen de verschillende instanties die bevoegd zijn inzake geluidshinder, is overeengekomen dat mensen die terugkerende of voorzienbare geluidshinder ondervinden en een klacht wensen in te dienen, zich vooraf moeten wenden tot de Milieudienst van de gemeente waar de geluidshinder wordt veroorzaakt (het BIM heeft een standaardmatig klachtenformulier opgesteld dat beschikbaar is bij het Loket Info-Leefmilieu of op de website van het BIM, in de rubriek Geluid > Geluidsoverlast, http://www.ibgebim.be/nederlands/contenu/content.asp?ref=1347). Die dienst zal proberen de geluidshinder op te lossen met de middelen waarover hij beschikt, of zal rechtstreeks een beroep doen op de afdeling Inspectie van het BIM door haar een kopie van het formulier te bezorgen. Als de geluidsbron verbonden is met de gemeenteautoriteiten zelf, bijvoorbeeld in het geval van de afzuigkap van een keuken van een OCMW-tehuis, dan kan de klacht rechtstreeks bij het BIM worden ingediend. Sommige geluidsbronnen vallen echter onder geen enkele wetgeving tot vaststelling van geluidsnormen. Voor die geluidsbronnen kan dus geen enkele overtreding worden vastgesteld. Het gaat om wegverkeer, spoorwegverkeer, binnenscheepvaartverkeer, activiteiten van de nationale defensie, schoolactiviteiten en erediensten. Voor geluidshinder van grasmaaiers en ander gemotoriseerd tuingereedschap is het beter een beroep te doen op de politiediensten. Die geluidsbronnen zijn immers niet onderworpen aan geluidsimmissienormen, maar aan tijdsbeperkingen waarop ze mogen draaien, en de diensten van het BIM en van de gemeenten zijn precies gesloten op de uren dat gebruik van die tuinmachines verboden is (’s zondags en ’s avonds na 20 uur). Punt 2.1 van deze fiche gaat over het onderzoek van door het BIM behandelde klachten in verband met geluidshinder van ingedeelde inrichtingen en buurtlawaai. Fiche 37 gaat in op de geluidsnormen die van toepassing zijn op ingedeelde inrichtingen en op buurtlawaai in 36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens
1 / 13
De BIM gegevens : "Lawaai in Brussel"
November 2005
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
.1.2.Bevoegdheden inzake weg- en spoorverkeerslawaai Als het lawaai te wijten is aan spoorweg- of wegtransport, kunnen de gemeente of het BIM de klachten doorsturen naar de infrastructuurbeheerder (MIVB, NMBS, BUV). De verantwoordelijke moet dan een oplossing vinden, desnoods in overleg met alle betrokken spelers. Klachten over geluidshinder door weg- of spoorwegverkeer kunnen ook worden behandeld in het kader van artikel 10 van de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen de geluidshinder in een stedelijke omgeving (gewijzigd bij de ordonnantie van 01/04/2004). Daarin wordt bepaald dat bewoners onder bepaalde voorwaarden een onderzoek van de geluidshinder in hun wijk kunnen aanvragen (zie punt 2.2). Het Brusselse Gewest houdt bovendien een lijst van “zwarte punten” bij: gebieden die een akoestisch onderzoek vergen. In de praktijk gaat het om woongebieden met ofwel een concentratie van verschillende geluidsbronnen ofwel een hoog aantal klachten. Indien op basis van het onderzoek blijkt dat het inderdaad om een zwart punt gaat, kunnen aanpassingen worden uitgevoerd om de geluidshinder te verminderen. Fiche 20 biedt een beschrijving van de procedures voor diagnose en onderzoek van een zwart geluidspunt. De reeds uitgevoerde beoordelingen van zwarte punten staan samengevat in overzichtsfiches die kunnen worden gedownload van de website van het BIM (zie rubriek Geluid > Plan geluid > Zwarte Punten, http://www.ibgebim.be/nederlands/contenu/content.asp?ref=1804). Fiche 37 biedt een overzicht van de richtwaarden die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden gebruikt inzake geluidshinder van wegverkeer, spoorwegverkeer en openbaar vervoer.
.1.3.Bevoegdheden inzake geluidshinder van het luchtverkeer Klachten over vliegtuiglawaai kunnen rechtstreeks worden ingediend bij het BIM. Dat kan via het formulier op de website van het BIM, per e-mail of per post. De Brusselse autoriteiten houden rekening met het geheel van de klachten om het beoordelingsrapport van de geluidshinder van het luchtverkeer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op te stellen en aan te vullen. Die klachten worden bezorgd aan de ombudsdienst van de luchthaven. Punt 2.3. van onderhavige fiche gaat specifiek over het onderzoek van die klachten. Fiche 37 bevat de geluidsnormen voor het luchtverkeer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
2.Door het BIM behandelde klachten over geluidshinder De ambtenaren van de afdeling Inspectie van het BIM die zijn aangesteld voor de controle, zijn belast met het opsporen en vaststellen van overtredingen op het vlak van water-, bodem- en luchtverontreiniging, afvalbeheer, uitbating van ingedeelde inrichtingen, geluidsoverlast enzovoort. Zij krijgen bijgevolg klachten over geluidshinder te behandelen. Zij kunnen de gemeenten ook technisch en wetenschappelijk ondersteunen bij het behandelen van die dossiers. In het kader van een klacht wegens geluidshinder kan de Inspectie ook meetmateriaal uitlenen of metingen doen om de gemeenten bij te staan. De instrumenten waarmee de ambtenaren van de afdeling Inspectie kunnen optreden tegen overtredingen, zijn: waarschuwing en/of ingebrekestelling van de vermoedelijke dader van de overtreding of van de eigenaar van het goed, opstelling van processen-verbaal, administratieve politiemaatregelen, zoals het sluiten van een inrichting, verzegelen van een installatie enzovoort.
.2.1.Lawaai van ingedeelde inrichtingen en buurtlawaai .2.1.1. Klachtenbeheer en -beoordeling Klachten die worden overgemaakt aan het BIM, worden onderzocht op voorwaarde dat het voorwerp van de klacht onder een wetgeving valt waarvoor de ambtenaren van de afdeling bevoegd zijn, en dat de geluidsbron op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt. Indien de klacht niet door het BIM kan worden behandeld, wordt er toch op geantwoord en wordt de klacht overgemaakt aan de bevoegde overheid. Wanneer er rechtstreeks of via een gemeentebestuur een klacht binnenkomt bij het BIM, bestaat de 36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens
2 / 13
De BIM gegevens : "Lawaai in Brussel"
November 2005
belangrijkste functie van het Instituut erin de geluidshinder te meten en te objectiveren door metingen aan de hand van sonometers. De resultaten van die metingen worden dan vergeleken met de normen die gelden voor de geluidsbron (zie fiches 41 “Brussel wettelijk kader inzake geluidshinder” en 37 "Geluidsnormen en richtwaarden gebruikt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”). In geval van overschrijding en dus overtreding stuurt het BIM een verslag naar de klager, naar de gemeente en naar degene die verantwoordelijk is voor de geluidshinder. Die laatste wordt dan verzocht een einde te maken aan de geluidsoverlast.
.2.1.2. Kwantitatieve omvang van de klachten over geluidshinder Klachten over geluidshinder vertegenwoordigen elk jaar meer dan de helft van het aantal klachten die het BIM binnenkrijgt. Dat hoge aantal is te verklaren door de aard van het Brusselse Gewest, een hoofdzakelijk stedelijk gebied waar lawaai een gevoelig onderwerp is. Zoals uit figuur 36.1 blijkt, lijkt het aantal klachten over geluidshinder trouwens toe te nemen. Zo steeg het aantal klachten over geluidshinder waarvoor een nieuw dossier moest worden geopend, tussen 1999 en 2004 van 128 naar 240. In die cijfers zijn ook de klachten meegeteld die werden doorgespeeld door de gemeenten.
In 2004 waren er in het kader van het beheer van de geluidshinder 334 geluidmeetcampagnes nodig. Figuur 36.1 Evolutie van het aantal klachten over buurtlawaai en geluidshinder van ingedeelde inrichtingen (1992 – 2004)
.2.1.3. Verdeling van de klachten volgens de sociaal-economische sector In het algemeen zijn de activiteiten die het meest aanleiding geven tot klachten, de horeca, mensen/uitrustingen in/bij woningen, en kleinhandelszaken. In 2004 bijvoorbeeld waren die drie sectoren samen goed voor ongeveer 60% van de klachten over geluidshinder.
36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens
3 / 13
De BIM gegevens : "Lawaai in Brussel"
November 2005
Figuur 36.2: Verdeling van de klachten over geluidshinder volgens de sociaal-economische sector (2004)
Tabel 36.3: Evolutie van de verdeling van klachten over geluidshinder volgens de sociaal-economische sector
Deze tabel geeft een indicatief algemeen beeld van de manier waarop de sectorale verdeling van klachten over geluidshinder evolueert. De cijfers moeten echter voorzichtig worden benaderd, in zoverre de indeling van de geluidsklachten naar sector tijdens die periode werd herzien en de gegevens dus niet volledig vergelijkbaar zijn op jaarbasis. Gemiddeld waren de belangrijkste sectoren die tussen 1992 en 1997 aan de oorsprong lagen van geluidshinder, de horeca (30%, samen met voorstellingen en dancings), handelszaken (9%, bakkerswerkplaatsen niet inbegrepen) en de kantoorsector (10%). Tussen de periodes 1992-1997 en 2002-2004 is het aantal klachten over geluidshinder in verband met mensen en/of installaties ter hoogte van woningen aanzienlijk gestegen. Die klachten vertegenwoordigen momenteel bijna één klacht op vijf. Toch blijft de horeca de belangrijkste klachtenbron (31%). Klachten over geluidshinder van kantoren lijken te verminderen.
.2.1.4. Verdeling van de klachten naar geluidsbron
36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens
4 / 13
De BIM gegevens : "Lawaai in Brussel"
November 2005
Figuur 36.4: Verdeling van de geluidsklachten volgens de geluidsbron (2004)
De geluidshinder houdt verband met verschillende geluidsbronnen, die we in vier grote categorieën kunnen indelen: •
uitbatingsgebonden activiteiten: bouwplaatsen, gereedschap en machines (zagen, statische transformators…), lawaaierig nachtwerk (bakkerijen enzovoort), laad- en losactiviteiten enzovoort;
•
verwarmings-, verluchtings- en airconditioninginstallaties (HVAC voor Heating, Venting, AirConditioning) vooral bij kantoren, handelszaken (koelinstallaties) en horeca-instellingen;
•
muziek (cafés, restaurants, toneel- en bioscoopzalen, dancings...);
•
gedrag van buren (geroep, hifi-installaties, tv’s, muziekinstrumenten, bad nemen of douchen 's nachts) en dieren (blaffende honden), werking van huisinstallaties in bewoonde gebouwen of hun bijgebouwen en directe omgeving (liften, afzuigkappen, leidingen enzovoort).
Tabel 36.5: Verdeling van de geluidsklachten naar type geluidsbron (type geluidsbron = groep van soortgelijke geluidsbronnen) (1992-2004)
Uit deze tabel blijkt een absolute stijging van het aantal klachten voor alle types van geluidsbronnen. Die evolutie heeft waarschijnlijk voor een deel te maken met het feit dat de Brusselaars en de gemeentediensten de bevoegdheden van het BIM inzake geluidshinder inmiddels beter kennen. Interessant is de vaststelling dat de stijging van de klachten uiteenloopt naar gelang van het geluidsbrontype. De stijging bedraagt (ter indicatie) ongeveer: •
200% voor klachten over uitbatingsgebonden activiteiten;
36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens
5 / 13
De BIM gegevens : "Lawaai in Brussel"
November 2005
•
400% voor klachten over HVAC-installaties;
•
600% voor klachten over muziek (al dan niet elektronisch versterkte muziek op een openbare plaats);
•
800% voor klachten over buurtlawaai.
Verwarmings-, verluchtings- en airconditioninginstallaties en muziek vormen de belangrijkste bronnen van geluidshinder. De toename van klachten over HVAC-installaties sinds 2004 houdt waarschijnlijk verband met de bijzonder warme luchtomstandigheden vorige zomer. Steeds meer ondernemingen installeren aircosystemen voor hun kantoren of magazijn. Die tendens is ook merkbaar bij particulieren: steeds meer mensen installeren een airco voor het zomercomfort van hun woning. Meestal worden die installaties aangekocht en geplaatst zonder ook maar even stil te staan bij de geluidshinder die ze kunnen veroorzaken voor de buurt. De sterke stijging van klachten over buurtlawaai in 2004 kan te verklaren zijn doordat het BIM in dat jaar een brochure heeft uitgebracht over de rechten en plichten van de burger op het vlak van geluidshinder. Voordien werden voor dat type geluidshinder meer aanvragen tot verzoening ingediend bij de vrederechter, maar nu lijken steeds meer mensen aan te kloppen bij de gewestelijke milieuadministratie om de geluidshinder van hun buren te laten vaststellen. Toch zijn bepaalde situaties die verband houden met het gedrag van personen, soms moeilijk te objectiveren met geluidsmetingen, zelfs al bestaan er normen inzake buurtlawaai (zie fiches 41 en37). Het gebeurt ook dat metingen geen enkele overtreding van de norm aan het licht brengen, maar dat de klager toch vindt dat hij hinder ondervindt. Overigens is de meeste hinder in verband met buurtlawaai moeilijk op te lossen langs reglementaire weg (denken we maar aan spelende kinderen, huilende baby’s, recepties…). Voor dat soort hinder lijkt bemiddeling de methode bij uitstek om de partijen te verzoenen en gerechtelijke stappen te vermijden (zie fiche 42. Beheer van buurtlawaai).
.2.1.5. Algemeen situatieoverzicht Tabel 36.6 inventariseert de klachten die van 2002 tot 2004 zijn ingediend per bedrijfssector en per type geluidsbron.
36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens
6 / 13
De BIM gegevens : "Lawaai in Brussel"
November 2005
Tabel 36.6: Geluidsklachten (2002-2004 ): kruising tussen type van geluidsbron en sociaal-economische bedrijfssector
Die tabel bevestigt dat HVAC-installaties en het spelen van muziek de belangrijkste bronnen van geluidshinder vormen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Sociaal-economische sectoren die bepaald luidruchtig zijn, zijn de horeca en discotheken, gezinnen (woningen) en handelszaken. Die gegevens tonen ook aan dat versterkte muziek die wordt afgespeeld door horeca-instellingen of discotheken, bijna één klacht op zes vertegenwoordigt. Geluidshinder door HVAC-installaties doet zich vooral voor in handelszaken (koelkasten, koelkamers, airconditioning), horeca/discotheken (afzuigkappen van keukens, airconditioning, rookventilatoren) en, in mindere mate, kantoren (airconditioning, luchtverwijdering in parkings) en woningen (verwarming, airconditioning, verluchting van keukens, badkamers en toiletten). Klachten over HVAC-installaties vertegenwoordigen respectievelijk bijna 75% en 90% van de klachten tegen handelszaken (slagerijen, zuivelhandels enzovoort) en kantoren. Ook rumoerig gedrag van mensen of dieren in en rond woningen vormt een belangrijke oorzaak van klachten. Ten slotte geeft het gebruik van werfuitrusting op bouwplaatsen altijd aanleiding tot veel klachten van Brusselaars. Uitgaande van die verschillende vaststellingen over de belangrijkste geluidsbronnen die aanleiding geven tot klachten, heeft het BIM met name voorgesteld: •
een besluit op te stellen over versterkte muziek (momenteel in opmaak) (zie fiche 41. Brussels wettelijk kader inzake geluidshinder);
•
in samenwerking met de betrokken instanties (politie, milieudienst van de gemeentes, Vrederechter, parket...) een gids op te stellen (in opmaak) om de praktijken inzake klachtenbeheer te harmoniseren ter aanvulling van de bestaande procedure;
•
de procedure voor afgifte van een milieuvergunning te wijzigen;
•
een besluit betreffende de geluidshinder van bouwplaatsen op te stellen (momenteel in opmaak) (zie
36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens
7 / 13
De BIM gegevens : "Lawaai in Brussel"
November 2005
fiche 41);
.2.1.6. Behandeling van een dossier Na de klacht te hebben geregistreerd, stuurt de afdeling Inspectie een ontvangbewijs naar de klager. In die brief staan de gegevens van de ambtenaar die het dossier behandelt, en wordt de klager gevraagd een formulier in te vullen. Dat formulier dient om de reden tot klacht beter te verduidelijken en te plaatsen. Als de klager problemen heeft om het formulier in te vullen of als de reden tot klacht heel complex is, kan vooraf een bezoek ter plaatse worden gebracht. Daarna beoordelen de ambtenaren de hinder volgens twee procedures: •
continumetingen (er wordt gedurende een dag of een weekend een meettoestel bij de klager geplaatst zonder dat de veroorzaker van de hinder dat weet);
•
puntmetingen (een ambtenaar begeeft zich naar de veroorzaker van de hinder om de omstreden installaties stil te laten leggen en weer in werking te stellen, terwijl een andere ambtenaar de meetinstrumenten bij de klager bedient).
Er wordt een meetverslag opgesteld, dat wordt bezorgd aan de klager en het gemeentebestuur. Afhankelijk van de conclusies van dat verslag zijn twee scenario’s mogelijk: •
uit de metingen blijkt geen overschrijding van de geldende normen (gewestbesluiten “geluidshinder van ingedeelde inrichtingen” en “buurtlawaai”, koninklijk besluit geluidsnormen in openbare en private inrichtingen). De afdeling Inspectie brengt de klager op de hoogte van de afsluiting van het dossier als er na twee of drie meetcampagnes (indien nodig) geen enkele overtreding is vastgesteld;
•
uit de metingen blijkt dat de geldende normen worden overschreden. De afdeling Inspectie stuurt de veroorzaker van de hinder een kopie van het verslag, samen met een waarschuwing waarin hij wordt verzocht binnen een bepaalde termijn een einde te maken aan de overtreding.
De termijn die de veroorzaker krijgt om zich in regel te stellen, hangt af van het volume (in termen van decibels) en de duur van de geluidshinder. Als de klager na het verstrijken van de toegekende termijn de afdeling Inspectie laat weten dat de hinder is verdwenen, of als de meetcampagnes geen overschrijding van de geldende normen meer aantonen, wordt het dossier afgesloten. Indien de hinder weer opduikt, kan de klager opnieuw contact opnemen met de afdeling Inspectie. Als de aangebrachte verbetering niet volstaat om de vastgestelde overtreding te doen verdwijnen, of als er geen enkel gevolg is gegeven aan de waarschuwingsbrief, wordt een ingebrekestelling naar de veroorzaker van de hinder gestuurd, met het verzoek om de situatie binnen een extra termijn in orde te brengen. Als er na die nieuwe termijn geen enkele verbetering wordt vastgesteld, stelt de afdeling Inspectie een procesverbaal op en maakt dat over aan het Parket. Afhankelijk van de ernst van de situatie kan het Parket administratieve sancties treffen tegen de overtreder (verzegeling, administratieve sluiting van de inrichting enzovoort). Bij elke afsluiting van een dossier wordt aan de klager(s) en aan de veroorzaker(s) van de hinder een informatiebrief gestuurd. Slechts 4,7% van de klachtendossiers die tussen 1 januari 2003 en 30 november 2004 werden afgesloten, gaven aanleiding tot een proces-verbaal. Dat getuigt van de wil van de administratie om zo weinig mogelijk een beroep te doen op repressie.
.2.2.Geluidshinder van weg- en spoorwegverkeer: klachten ingediend in het kader van “artikel 10” van de ordonnantie betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving .2.2.1. Inleiding Krachtens artikel 10 van de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen de geluidshinder in een stedelijke omgeving kunnen bewoners vragen om de geluidshinder van hun wijk te laten bestuderen en 36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens
8 / 13
De BIM gegevens : "Lawaai in Brussel"
November 2005
preventieve of curatieve maatregelen te laten nemen. Hiertoe moeten zij met een derde zijn van de bewoners die ten minste achttien jaar, woonachtig in de door hen bepaalde wijkperimeter en al dan niet eigenaar zijn. De aanvraag moet bij een ter post aangetekende zending naar het College van Burgemeester en Schepenen of naar de Gewestregering worden gestuurd en moet op zijn minst een beschrijving bevatten van de betrokken perimeter en de aangrenzende huizenblokken, de bestaande geluidshinder en de voorgestelde maatregelen of aanpassingen om de hinder te verhelpen. Binnen de daaropvolgende drie maanden beslist de overheid aan wie het verzoek is gericht (de gemeente of de Brusselse regering), na inwinning van het advies van het BIM, over de ontvankelijkheid van het verzoek. Als ze het verzoek ontvankelijk verklaart, geeft ze het BIM opdracht een akoestische studie uit te voeren. Die omvat een beschrijving van het geluidsniveau van de betrokken zone, de opstelling van voorstellen om de vastgestelde problemen te verhelpen en een budgetraming van de uitvoeringskosten van die voorstellen. Ingeval uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de regelgeving en de geldende normen worden overschreden, wordt de wijk waarvan de bewoners in het kader van artikel 10 een akoestisch onderzoek hebben aangevraagd, erkend als een zwart punt. Het BIM heeft echter geen wettelijke bevoegdheid om werken op te leggen of te laten uitvoeren om de akoestische situatie van die geluidspunten te verbeteren. De door het BIM uitgewerkte aanpassingsvoorstellen ter verbetering van de geluidssituatie worden overgemaakt aan de bevoegde instanties met het oog op eventuele uitvoering. Die instanties zijn het Bestuur Uitrusting en Vervoer (BUV), de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer (FODMV), de gemeenten en meer specifiek voor het spoorweglawaai de nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) en voor geluidshinder van het openbaar vervoer de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB).
.2.2.2. Behandelde dossiers Dit reglementaire instrument wordt nog weinig gebruikt door de burger. Sinds de implementering van het plan ter bestrijding van de geluidshinder zijn bij het BIM slechts vier aanvragen tot toepassing van artikel 10 ingediend die aanleiding hebben gegeven tot een onderzoek. Van die vier vragen om toepassing van artikel 10 hebben er twee betrekking op het spoorwegverkeer. De ene is eind 1999 ingediend en betreft de hinder die wordt veroorzaakt door lijn 161 (tussen de Ooienstraat en de Archiefstraat) op het grondgebied van de gemeente Watermaal-Bosvoorde. De tweede aanvraag werd ingediend in 2002 en betreft lijn 124 (tussen de Braambeziënlaan en de Sophoraslaan) op het grondgebied van de gemeente Ukkel. Het BIM heeft voor die twee sites geluids- en trillingsmetingen uitgevoerd of laten uitvoeren. Die twee studies resulteerden in voorstellen (verbetering van het rollend materieel, geregeld onderhoud van de sporen en actualisering van het technisch materieel, herziening van de verkeerssnelheid en van de passagefrequentie van de treinen enzovoort). De implementering van die voorstellen hangt voornamelijk af van de NMBS en zou moeten worden ingepast in projecten tot heraanleg en uitbreiding van de spoorweginfrastructuur in verband met de verbreding van die lijnen tot 4 sporen in het kader van de werken voor het GEN. De wegverkeersgebonden aanvragen tot toepassing van artikel 10 waren enerzijds de zuid-oosthelling van de Woluwelaan tussen de Vanderveldelaan en de Veldkapellaan (Sint-Lambrechts-Woluwe) en anderzijds de Brouwerijstraat (Elsene). In die twee gevallen is een beroep gedaan op artikel 10 na tal van verzoeken van de buurtbewoners bij de diverse betrokken instanties. Voor de Woluwelaan wordt de perimeter van artikel 10 gevormd door de Oeverstraat, de Kasteel Kieffeltstraat en de Klakkedellestraat, de Kantelenlaan en de Vellemolenweg. De buurtbewoners hebben in november 2000 een petitie met 199 handtekeningen ingediend bij de gemeente. Het BIM heeft eind 2000 gunstig gereageerd op dat verzoekschrift en heeft de hinder geëvalueerd. Naast de geluidshinder van vliegtuigen (nabijheid van de luchthaven Brussel-Nationaal) en van sirenes (nabijheid van het Saint-Lucziekenhuis) werd de snelheid van het wegverkeer over de Wouwelaan erkend als geluidsbron. Het BUV, dat deze gewestweg beheert, is op middellange termijn van plan de laan te herprofileren. De
36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens
9 / 13
De BIM gegevens : "Lawaai in Brussel"
November 2005
wanden van de tunnelinrit onder de Vandeveldelaan zijn vervangen door nieuwe geluidsabsorberende platen. Wat de Brouwerijstraat betreft, hebben de buurtbewoners meermaals aangeklopt bij de gemeente, en in augustus 2003 een petitie met een vijftigtal handtekeningen ingediend bij de gewestelijke instanties om de toepassing te eisen van de artikel 10-procedure. In november 2003 kreeg dit verzoekschrift een positief antwoord en vond een meetcampagne plaats. Er werden verschillende voorstellen tot verbetering geformuleerd. Het Gewest, dat de Brouwerijstraat beheert, zou met die voorstellen rekening kunnen houden bij de volledige heraanleg van de straat die normaliter plaats moet vinden na de werken aan het Flageyplein. De “artikel 10-dossiers” staan samengevat op een overzichtsfiche op de website van het BIM (zie rubriek Geluid > Plan geluid – Zwarte Punten, http://www.ibgebim.be/nederlands/contenu/content.asp?ref=1804).
.2.3.Geluidshinder van het luchtvaartverkeer Tussen 11 juni 2003 – datum van de inwerkingtreding van de zogenoemde "vliegroute-Onckelinckx” of "Kanaalroute” – en half november 2005 heeft het departement Klachten van het BIM ongeveer 2025 klachten over geluidshinder van vliegtuigen ontvangen, zowel via de website, per e-mail als per post.
36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens
10 / 13
De BIM gegevens : "Lawaai in Brussel"
November 2005
Kaart 36.7: Vliegtuiglawaai overdag waargenomen op de plaats van de klacht (klachten ingediend op de website van het BIM tussen 11 juni 2003 en 31 december 2004)
36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens
11 / 13
De BIM gegevens : "Lawaai in Brussel"
November 2005
Kaart 36.8: Vliegtuiglawaai ’s nachts waargenomen op de plaats van de klacht (klachten ingediend op de website van het BIM tussen 11 juni 2003 en 31 december 2004)
Het onderzoek van de spreiding van de klachten over het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toont aan dat een groot aantal gemeenten en wijken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zowel ’s nachts als overdag blootstaan aan geluidshinder van het luchtverkeer (zie rubriek Gegevens > Technische 36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens
12 / 13
De BIM gegevens : "Lawaai in Brussel"
November 2005
rapporten > Geluid op de BIM-website). Schriftelijke klachten over vliegtuiglawaai worden verzameld in een “Register van de klachten die ingediend werden door de bewoners van het Brussels Hoofstedelijk Gewest”. Dat register wordt geregeld onderzocht door het BIM en overgemaakt aan de bevoegde federale diensten, met name aan de Ombudsdienst van de Luchthaven Brussel-Nationaal.
Bronnen 1.
BIM 2005. “Activiteitenrapport 2004”, afdeling Inspectie-Patrimonium.
2.
BIM 2004. “Activiteitenrapport 2003”, afdeling Inspectie-Patrimonium.
3.
BIM 2004. “Last van lawaai? Uw rechten en plichten”.
4.
BIM 2004. “Milieustaat 2004”.
5.
BIM 2000. “De strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Plan 2000-2005”.
Andere te raadplegen fiches Schriftje “Lawaai in Brussel” •
1. Perceptie van de geluidsoverlast in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
•
3. Impact van het lawaai op de hinder, de levenskwaliteit en de gezondheid
•
5. Netwerk van geluidsmeetstations in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
•
14. Verwarming, verluchting, airconditioning en geluid
•
15. KMO’s en geluidshinder
•
16. Werven en geluidshinder
•
18. HoRecA en geluidshinder
•
20. Zwart punt in de geluidsomgeving: diagnose en analyse
•
35. De voornaamste Brusselse gewestelijke overheidsactoren op het vlak van geluid
•
37. Geluidsnormen en richtwaarden gebruikt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
•
39. Analyse van de inbreuken die verband houden met de geluidshinder van het luchtverkeer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
•
40. Geluidsmetingen van de meetstations in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: enkele voorbeelden van analyses
•
41. Brussels wettelijk kader inzake geluidshinder
•
42. Beheer van het buurtlawaai
Auteur(s) van de fiche CAUCHIE Vincent, DELLISSE Georges, DE VILLERS Juliette, SAELMAECKERS Fabienne Herlezing BOURBON Christine, ONCLINCX Françoise Datum van update : november 2005.
36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens
13 / 13