37E JAARGANG
• OKTOB E R 2011
2 Met de klas naar de plantenveredelaar 4 Mmmmmmmelk bij het ontbijt! 6 Bijzondere boeren en tuinders 8 Lessen over dieren 10 Hilbert tekent de landbouw met de klare lijn 12 Ieder kind kan tekenen 14 Planten uit de moederhoek 15 Land- en tuinbouw op het digitale schoolbord 16 Lesmateriaal
Met de klas naar de plantenveredelaar Een plantenveredelaar heeft een beroep waar veel geduld bij nodig is. Plantenveredelaars proberen planten te maken met nieuwe erfelijke eigenschappen. Een nieuwe plant ontwikkelen kan soms meer dan tien jaar duren. “Planten veredelen is een prachtig vak. Het zit vol verrassingen. Je weet namelijk van tevoren nooit, wat het uiteindelijke resultaat is van je werk”, vertelt Peter van de Pol. Peter is directeur van Schoneveld Breeding in Twello. Dit bedrijf heeft zich gespecialiseerd in de veredeling van bloeiende potplanten, zoals de cyclaam. Bij Peter kun je zien hoe dat in zijn werk gaat. Hij is de initiatiefnemer van het project Klas onder Glas, dat leerlingen van het basisonderwijs en het voortgezeten middelbaar beroepsonderwijs in de regio kennis wil laten maken met de boeiende wereld van de plantenveredeling.
of om zelf van te genieten. Een veredelaar moet goed weten wat een plant aantrekkelijk maakt voor een koper. Peter: “Na de bevruchting groeit er zaad aan de plant. Dat zaaien we uit om te zien welke eigenschappen de nakomelingen hebben gekregen. Of een bevruchting is geslaagd, weten we pas als de bloem er is.” Met die nakomelingen wordt daarna verder veredeld. Totdat er uiteindelijk een plant is, die helemaal voldoet aan de wensen van een koper. Dat wordt dan een nieuw plantenras. Maar voordat het zover is, zijn er vele duizenden planten gekweekt, bekeken en weggegooid, omdat ze niet voldoen.
Zaad en stuifmeel
“Wij oogsten hier zaad en stuifmeel”, legt Peter uit. “Dat stuifmeel gebruiken we om daarmee de bloem van planten met sommige andere eigenschappen te bevruchten. Dat doen we met een penseeltje.” Uiteindelijk moet dit veredelingswerk leiden tot bijzondere nieuwe soorten sierplanten die zich onderscheiden door hun bijzondere blad, bloemvorm en/of kleur. Mooie ‘hebbeplanten’ dus die iedereen graag wil kopen om cadeau te geven
Klas onder glas Basisscholen uit de regio Deventer, Zutphen, Apeldoorn die met de klas een bezoek willen brengen aan Schoneveld Breeding kunnen contact opnemen met Suzanne Spelbrink,
[email protected]. In het kader van het project worden ook diverse nieuwe activiteiten ontwikkeld om het onderwijs nog weer beter af te stemmen op de praktijk. Scholen die gezamenlijke activiteiten willen oppakken kunnen eveneens hierover contact opnemen met Suzanne Spelbrink.
2
Oktober 2011
Ontdekkingstocht Het telen van planten in een kas gebeurt met behulp van verbazingwekkende technische hoogstandjes. Suzanne Spelbrink: “We laten bijvoorbeeld zien hoe uit aardgas warmte en stroom wordt gemaakt, hoe de computer de plantenvoeding regelt en hoe de kas wordt verwarmd. Ook laten we zien hoe we plantenbelagers als luizen en trips bestrijden met hulp van hun natuurlijke vijanden.”
Primula’s en cyclamen
Vieze handen Ook anderszins is het een ontdekkingstocht. Suzanne: “We laten kinderen die ons bedrijf bezoeken in afgedekte emmers voelen en raden wat een plant nodig heeft om te groeien. Dat zorgt altijd voor veel hilariteit. Speciaal voor de leerlingen van basisscholen maken we van het bezoek bovendien een echte ‘vieze-handenmiddag’. De kinderen mogen dan zelf zaaien en stekken, trays vullen met potgrond, planten oppotten en verspenen, want ook dit gebeurt in een veredelingsbedrijf.” Peter van de Pol: “We gaan ook wel naar scholen toe om te vertellen over de plantenveredeling. Maar het leukste is toch als leerlingen naar ons toekomen. Dan kun je ook laten zien wat er in een kas gebeurt.”
Stage tussen de planten Weefselkweek
Behalve door zaad te zaaien kun je een plant onder andere ook vermeerderen door stekken of weefselkweek. Als je van sommige soorten planten stengels in water zet, gaan daar wortels aan groeien. Dat heet stekken. Bij de weefselkweekmethode wordt een stukje plantenweefsel (een stukje blad of een stukje uit een stengel) in een bakje met groeivloeistof gelegd. Dat gebeurt in een laboratorium. Na enkele dagen groeien er wortels aan het stukje weefsel. Dat groeit daarna uit tot een echte plant. De clown
Weefselkweek is een snelle vermeerderingsmethode. Voordat bijvoorbeeld een cyclaam van een zaadje is uitgegroeid tot een bloeiende plant is een half jaar voorbij. Via weefselkweek kan dat al binnen vier maanden. De favoriete plant van Peter is overigens een cyclaam met bijzondere kleurvormen. Hij wordt daarom ‘de clown’ genoemd. Hij is nog niet te koop. En, zoals dat vaak met planten met mooie kleuren het geval is: hij is hij moeilijk te veredelen. Cyclamen zijn trouwens geweldige bloeiers. Peter: “We hebben er een onderzocht, die 165 bloemknoppen had.” Overigens veredelt Peters bedrijf ook andere bloeiende planten, zoals de primula en de campanula. De zaden en stekken van de planten worden verkocht over de hele wereld.
In een plantenveredelingsbedrijf werken verschillende specialisten. Sommige medewerkers hebben veel verstand van veredelen. Andere weten alles van de verzorging van de planten. Sommige adviseren en begeleiden kwekers bij de teelt van de nieuwe rassen. Ook zijn er specialisten die alles weten van het schonen, bewerken, verpakken en bewaren van zaad. Weer andere zijn gespecialiseerd in de verkoop.
“Schoneveld is een geliefd bedrijf voor stagiaires van vmbo, mbo en hbo”, vertelt Peter van de Pol. “Sommigen komen hier voor hun afstudeerscriptie. Eén stagiaire bijvoorbeeld doet onderzoek naar wat het beste moment is om stuifmeel te oogsten. Iemand anders doet onderzoek naar het beste moment van de dag om te bestuiven. Maar er doet bijvoorbeeld ook iemand onderzoek naar mogelijkheden om te voorkomen dat de planten beschadigd raken door chloor in het gietwater.” Maar ook een stage in het buitenland behoort tot de mogelijkheden. Zo is een stagiaire naar een vestiging in Tanzania gegaan om daar onderzoek te doen. Behoefte
Hoe de stage wordt ingevuld, hangt af van het onderwijsniveau en de behoefte. Suzanne Spelbrink: “Een eerstejaars vmbo-stage begint met een kennismaking met de teelt. De stagiaire moet een inventarisatie maken van de teelthandelingen. Daarna gaat hij naar de afdeling zaadproductie om te ontdekken wat daar gebeurt.” Ook voor wie geen groene vingers heeft, zijn er stagemogelijkheden. “Ook meao’ers en heao’ers lopen hier stage”, vertelt Suzanne.
3
Oktober 2011
Schoneveld is dit jaar voorgedragen voor de zogeheten Prijs Beste Leerbedrijf Internationaal. Deze prijs van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie wordt toegekend aan bedrijven die leerlingen mogelijkheden bieden om in het buitenland ervaring op te doen. Stage in de keten
Schoneveld is voor scholen onder meer bezig met de ontwikkeling van een stageprogramma, waarbij stage gelopen wordt bij meerdere bedrijven. Suzanne Spelbrink: “De stagiair loopt dan gedurende twee maanden één dag in de week stage bij bijvoorbeeld een kwekerij, de veiling en verschillende toeleveranciers, zoals een toeleverancier van potgrond, folie, potten, trays, verpakkingsmateriaal en andere materialen die een tuinder nodig heeft voor zijn teelt. Zo maken ze kennis met de volledige keten waarvan het veredelingsbedrijf onderdeel is.” Meer informatie over beroeps- en opleidingsmogelijkheden in planten veredelingsbedrijven staat op www.major-earth.com .
Mmmmmmmelk bij het ontbijt! Melk. Je kunt er bijna niet om heen bij je ontbijt, want op tafel staan heel veel producten die zijn gemaakt van melk. Let maar eens op.
Het meest herkenbaar is natuurlijk karnemelk en chocolademelk. Maar ook kaas en boter worden gemaakt van melk. Net als de yoghurt en kwark en allerlei zuiveldrankjes. Boterhammen en pap
Maar melk zit ook in veel producten, waarvan je het niet zo snel zou verwachten. Zet je melkbril maar eens op. Wat dacht je bijvoorbeeld van je boterham? De bakker gebruikt melk om brooddeeg te maken. Graan en melk is een combinatie die je wel vaker kunt tegenkomen bij je ontbijt. Ook in dat voedzame bordje havermoutof griesmeelpap dat je voor je neus hebt, zit melk. Zonder melk geen lekkere pap.
Ontbijttoppers Welke ontbijtproducten waar melk in zit, hebben jullie thuis op tafel? Maak een lijstje. Hebben de andere leerlingen in de klas hetzelfde lijstje? Hoe ziet de klassen Melk Top Tien eruit? (Of halen jullie de tien niet?) Welk melkproduct staat onderaan? Wat staat bovenaan? Op nummer 1 in onze klas staat........................................................................................... Onderaan staat........................................................................................................................ Mijn eigen nummer 1 is.........................................................................................................
Hoe zuivel ben jij bij het ontbijt? Omcirkel het juiste antwoord of vul zelf een ander antwoord in…. Ik drink 0/1/2/3 bekers melk Ik drink 0/1/2/3 bekers karnemelk Ik drink 0/1/2/3 bekers chocolademelk Ik drink 1/2/3/ bekers melk/karnemelk/chocolademelk+ .................................................
Schuim op je melk Een van de eigenschappen van melk is dat je het kunt laten schuimen als je het verwarmt. Dat komt door de eiwitten in de melk. Als je een schuimklopper of mixer door (opgewarmde) melk beweegt, meng je er lucht doorheen. Zo krijg je een schuimig laagje op de melk. Dat is extra lekker. Ook room kun je trouwens kloppen. Vloeibare room kun je zelfs helemaal stijf kloppen. Dat komt door het melkvet. In room zit meer melkvet dan in melk. Daarom kun je melk niet stijf kloppen.
................................................................................................................................................... Ik eet geen/een bordje pap van ............................................................................................. ................................................................................................................................................... Nee, Ik drink/eet..................................................................................................................... ................................................................................................................................................... Op mijn brood smeer ik echte boter/halvarine/niets Op mijn brood eet ik.............................................................................................................. ................................................................................................................................................... Nee, ik eet geen zuivelproducten op mijn brood, omdat.................................................... ................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................
4
Oktober 2011
Grondstof voor je lichaam Om op school goed te kunnen presteren moet je ’s ochtends gezond ontbijten. Want je lichaam (en dus ook je hersenen) heeft voedingsstoffen nodig om goed op gang te komen. Als je met een lege maag naar school gaat, lukt dat niet goed. Die voedingsstoffen zijn brandstof en bouwstenen voor je lichaam. Ze helpen ook je lichaam gezond te houden. Veel van die stoffen (vitamines, mineralen, eiwitten, koolhydraten, kalk) zitten in melk.
Melk is goed voor... Je lichaam heeft twee tot drie bekers melk per dag nodig. De hoeveelheid hangt af van je leeftijd. Iemand van twaalf, dertien jaar heeft meer voedingsstoffen uit melk nodig dan iemand van acht of negen jaar.
Ogen, huid en haren
Een hersenkraker voor het ontbijt Ieder jaar doen 2.500 scholen in Nederland mee aan het Nationaal Schoolontbijt. Bij dat ontbijt wordt 30.000 liter melk gedronken. Een koe geeft 25 liter melk per dag. Hoeveel koeien zijn er nodig om al die leerlingen melk te kunnen laten drinken? Dat zijn....................................................koeien.
Melk om over na te denken
In melk zitten verschillende soorten mineralen en vitamines, zoals vitamine A. Dat is goed voor je ogen. Vitamine B2 is goed voor je huid en haren. Vitamine B6 is goed voor je hersenen. Vitamine B12 is belangrijk voor je bloed (en trouwens ook voor je hersenen).
Tanden en botten
Weet jij wat met deze woorden wordt bedoeld? Zoek ze op in het woordenboek als je het niet weet. Melkgebit, melkmonster, melkbus, melkmuil, melkweg, melkrobot
Kaassssss! Van melk worden allerlei soorten kaas gemaakt. Welke soorten kaas ken jij? Schrijf ze hier op.....................................................................................................................
In melk zit bijvoorbeeld ook kalk. Dat is goed voor je tanden en je botten. Het vet in de melk geeft energie. Het geeft de melk ook smaak. Ook bevat vet vitamines. Heel belangrijk in de melk zijn ook de eiwitten. Die heb je nodig voor de opbouw van je spieren.
................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................
Dorstlesser Melk is een dorstlesser. Je kunt het koud drinken, maar ook opgewarmd. Melk kun je ook koken. Naarmate de melk warmer wordt, ontstaan er steeds meer luchtbelletjes in de melk. Bij een bepaalde temperatuur ontstaan er in één keer zoveel belletjes dat de melk ‘vanzelf’ uit het pannetje loopt. Dat noem je overkoken.
Meer over melk Wil je meer weten over melk of de koe kijk op www.zuivelonline.nl . Hier is ook allerlei lesmateriaal te downloaden voor de groepen 1-4, 5-6 en 7-8.
5
Oktober 2011
In de land- en tuinbouw zijn heel veel bijzondere bedrijven. Het Agrarisch Dagblad organiseert daarom elk jaar de verkiezing van de Agrarisch Ondernemer van het jaar. Hier staan de ondernemers van dit jaar. Wie verdient volgens jou de titel?
Bijzondere boeren en tuinders
Een kippenstal met gras op het dak Twan (36) en Jeroen (32) Engelen houden in hun bedrijf in Someren hanen en hennen. De eieren die de hennen leggen zijn bevruchte eieren. Er worden kuikens uit geboren. Die verkopen de broers aan een gespecialiseerd bedrijf dat vleeskuikens houdt.
De nieuwe stal die Twan en Jeroen bouwen, is bijzonder. Hij heeft een dak van gras. ”Gras houdt goed vocht en stof vast. En het isoleert de stal heel goed. Daardoor heb je minder warmteverlies. En het is milieuvriendelijk”, vertelt Jeroen. Ook komen er zonnepanelen op het dak. Die leveren de helft van de energie die nodig is voor de stal. De stal
heeft ook een ventilatiesysteem, dat ervoor zorgt dat het strooisel goed droog blijft. De dieren zijn daardoor minder vatbaar voor ziekte. De stal is zo gebouwd dat hij nauwelijks opvalt in het landschap.
Twan en Jeroen hebben een bijzondere pluimveestal gebouwd
Suikermaïs en herefordvlees Giel Hermans uit Kessel is de enige in Nederland die suikermaïs teelt. Giel heeft uitgezocht hoe je die maïs het beste kunt telen. Ook heeft hij supermarkten ervan weten te overtuigen dat ze zijn maïs moesten verkopen.
Giel heeft de lagere, middelbare en hogere agrarische school doorlopen. Op die laatste school raakte hij helemaal in de ban van suikermaïs (www.suikermais.nl ). De maïs werd in Nederland niet geteeld. Suikermaïs is een smakelijke zoete maïs, die je kunt eten. Maïs voor dieren is niet geschikt voor mensen. Bedrijfsplan op school
Toen Giel nog op school zat, is hij op het melkveebedrijf
van zijn vader gestart met de teelt van een halve hectare suikermaïs. Zo kreeg hij de teelt onder de knie en kon hij uitzoeken of er afnemers voor de maïs waren. Ook schreef hij op school een bedrijfsplan. In zo’n plan staat onder andere welke toekomstmogelijkheden je voor je bedrijf ziet en wie je mogelijke klanten zijn. Verder staat er bijvoorbeeld in wat je precies gaat doen in je bedrijf en hoe je dat van plan bent te organiseren. Ook staat erin welke kosten je verwacht te moeten maken om met je bedrijf geld te kunnen verdienen. “Toen ik van school ging,
Giel houdt Hereford-koeien voor het vlees
6
Oktober 2011
ben ik met dat ondernemingsplan naar de bank gegaan voor een lening. Met dat geld heb ik mijn bedrijf opgericht”, vertelt Giel. Inmiddels heeft hij dertig man personeel in dienst. Die helpen hem bij de teelt, de verwerking en de afzet van de suikermaïs. Zijn klanten zijn vooral Nederlandse supermarkten, waaronder Albert Heijn. Giel teelt 100 hectare suikermaïs. Daarnaast teelt hij in Frankrijk, Spanje, Marokko en Amerika 500 hectare. Daardoor kan hij het hele jaar suikermaïs leveren. Vleeskoeien
Behalve suikermaïs, heeft Giel ook een veestapel van 100 zoogkoeien (zo noem je koeien met een kalf bij zich) en 45 ossen van het ras Hereford. Die eten de resten van de maïsplant als voer. De Hereford is een Engels runderras, dat ook wordt gebruikt om natuurgebied te onderhouden. Herefords kunnen onder zeer moeilijke omstandigheden overleven. Giel verkoopt het vlees aan snackbars, toprestaurants, slagers en particulieren. De veestapel van Giel is nog te klein om aan supermarkten jaarrond voldoende vlees te kunnen leveren, maar wie weet.
Veredelaars van vaste planten Het bedrijf van Marco en Heidy van Noort uit Warmond is gespecialiseerd in de teelt en de veredeling van vaste planten. Het bedrijf ontwikkelt nieuwe rassen. De stekjes, het uitgangsmateriaal en de planten verkopen ze over de hele wereld.
Marco en Heidy kweken 350 soorten vaste planten, waaronder vele soorten geraniums en margrieten. Marco is pas tien jaar geleden begonnen met de ontwikkeling van nieuwe rassen. Daarvoor teelde hij rassen die er al waren. Marco exporteerde die vooral naar Amerika. Nieuwe rassen
Marco is voortdurend op zoek naar planten met bijzondere eigenschappen. Die gebruikt hij om er een nieuw ras uit te ontwikkelen. ‘Veredelen’ wordt dat genoemd. Van een nieuw ras is pas sprake als de veredelaar planten heeft ontwikkeld met nieuwe eigenschappen die geen enkele andere plant heeft. Zo’n nieuwe ras onderscheidt zich van andere
rassen door bijvoorbeeld een bijzondere bladvorm, de vorm van de bloem of de bloemkleuren. Als een kweker een nieuw ras heeft ontwikkeld, kan hij er kwekersrecht op aanvragen. Een andere kweker mag het ras alleen vermeerderen of telen met toestemming van de eigenaar van dat ras. Maar
eerst wordt dan onderzocht of het plantenras inderdaad nieuw is. Marco en Heidy hebben inmiddels het kwekersrecht over zeven nieuwe rassen. Ze verkopen de jonge plantjes/stekjes van deze rassen aan andere kwekers. Die kweken de planten op tot volwassen planten en verkopen ze aan tuincentra.
Marco en Heidy kweken nieuwe plantenrassen in hun kas
De telers van Tommies
Aardwarmte in de kas
Een van de andere kandidaten voor de ondernemersprijs van het Agrarisch Dagblad is het bedrijf Greenco. Dit bedrijf is opgericht door zes tomatentelers uit Honselersdijk en Someren, die het snoeptomaatje Tommies telen.
De broers Ted, Peter, Ronald en Remco Duijvestijn uit Pijnacker halen sinds kort de warmte voor hun tomatenkas uit de bodem. Kilometersdiep in de aarde zit warm water van 70 graden.
De broers hebben bij hun kas een leiding geboord om het naar boven te halen. Het afgekoelde water pompen ze terug de grond in om het weer op te warmen. Ze hoeven daardoor geen aardgas te gebruiken om hun kas te verwarmen. Het bedrijf wil de warmte ook gaan leveren aan de huizen in het dorp. Daarmee maken de broers hun bedrijf extra nuttig. Kas met dubbel glas
De broers zijn voortdurend op zoek naar nieuwe technieken en mogelijkheden om energiezuiniger te telen. Zo willen ze het stroomverbruik terugbrengen. Door de waterpomp wordt het stroomverbruik nu juist hoger. Daarom willen ze zelf energie opwekken. Een van de mogelijkheden is om samen met andere telers een aantal windmolens te plaatsen. Ook zijn de broers bezig met de bouw van een proefkas met dubbel glas. Zo’n kas is er nog niet in Nederland. De broers denken dat ze met dubbel glas het warmteverlies met 70 procent kunnen verminderen. Met de kennis die de broers met hun kas op doen kunnen alle telers hun voordeel doen. Behalve onderzoek naar energiebesparing worden in de onderzoekskas ook nieuwe tomatenrassen getest.
ies De telers van Tomm
Tommies is een tomatenmerk dat de telers in 2006 hebben bedacht. De tomaatjes zijn een groot succes. Ze zijn inmiddels te koop in supermarkten in Nederland en Duitsland. Tomato World
De telers van Tommies zijn ook de drijvende kracht achter Tomato World in Honselersdijk (www.tomatoworld.nl ). Dat is een kas die je met de klas kunt bezoeken. In de kas worden vijftig soorten tomaten geteeld. Je komt er van alles te weten over de teelt van de tomaat, de biologische bestrijding van ziekten en plagen en rassen en smaken, rassen. Tomato World is hèt informatiecentrum over de tomaat. De telers hebben al vaker prijzen gewonnen voor Tommies en Tomato World. In 2010 hebben ze in samenwerking met de Nederlandse Hartstichting, het nieuwe merk Sweet Energy gelanceerd. Van de opbrengst van de verkochte snacktomaten gaat een deel naar de Hartstichting.
Ted, Peter, Remco en Ronald Duijvestijn
7
Oktober 2011
Lessen over dieren Mensen en dieren worden geboren, sterven, eten en worden gegeten. Over al deze kanten van het leven gaan de interactieve lessen van www.veeteelt.nu. De lessen zijn bestemd voor de groepen 6 en 7 van de basisschool. De site waar de
Win een rondje land- en tuinbouw voor je klas
lessen op te vinden zijn, is begin dit jaar gelanceerd. De les ‘Nieuw leven’ gaat over jonge dieren. De leerlingen leren wat zoogdieren zijn. Ook leren ze over de geboorte van dieren en het voedsel dat ze nodig hebben. De tweede les (‘Erin en eruit: over eten en poepen’) gaat over vlees-, planten- en alleseters, over het gebit van een dier, het spijsverteringskanaal en mest. De derde les (‘Wonen in Nederland en de zorg voor ons voedsel’) gaat in op het verschil tussen wonen in de stad en op het platteland. Onder meer komt hierin de schaalvergroting en de specialisatie van de agrarische bedrijven aan de orde. Elke les bestaat uit vijf filmpjes met vragen. Eén les kost ongeveer een uur.
Op www.veeteelt.nu staan leerzame filmpjes over het leven van jonge dieren, over eten en poepen en over wonen in Nederland en de voedselproductie. Als je de filmpjes hebt gezien, kun je vast ook de volgende vragen beantwoorden. Stuur je antwoord naar
[email protected] en win voor de hele klas ‘Een rondje land- en tuinbouw’. In deze kijk-, doe- en puzzelboekjes, gemaakt door de redactie van Het Kleine Loo, staan nog heel veel meer wetenswaardigheden over de land- en tuinbouw. Vergeet niet jouw naam, de naam en het adres van de school en de klas te vermelden.
Verwerkingsspel
Hoe heet een mannetjesvarken?
Op de site staat ook een verwerkingsspel, de V-game. Leerlingen kunnen hier in een onderlinge wedstrijd de opgedane kennis testen. Wie het snelst de goede antwoorden weet, is winnaar. De leerkracht kan zelf bepalen hoeveel vragen de leerlingen ‘goed’ moeten hebben om het spel te winnen. Na iedere nieuwe Veeteelt.nu-les wordt het spel geactualiseerd.
a) zeug b) big c) beer
Ook om thuis te doen
“Het lesmateriaal is gemaakt voor het smartboard. Het materiaal kan klassikaal gebruikt worden, maar de lessen zijn ook door iedere leerling individueel op de computer te maken, bijvoorbeeld als huiswerk”, vertelt Mellanie Vellekoop van het Productschap Vee en Vlees , de opdrachtgever van de site. De lesstof sluit aan bij de natuur- en aardrijkskundemethodes. Elk lesonderdeel bestaat uit een kort filmpje met vragen die de leerlingen moeten beantwoorden. Voor de docentenhandleiding en de game moet worden ingelogd met de BRIN-code van de school. Drie keer per jaar wordt de site aangevuld met nieuwe lesstof.
Hoeveel schapenbedrijven zijn er in Nederland? a) honderd b) een paar honderd c) een paar duizend
Hoe noem je het afbreken van het voedsel in je lichaam? a) bloedsomloop b) spijsvertering c) ademhaling
Hoeveel magen heeft een koe? twee drie vier
8
Oktober 2011
Wat ben ik? Los deze rebus op en je weet het antwoord.
Wat weet jij van de veehouderij? Hoe goed ken jij een veehouderijbedrijf? Doe de test. Los het kruiswoordraadsel op. 1
2
3
4 6
5
7
8 9 10
11 12 13 14 15
16 17 18
19
20
21 22
23
Horizontaal 1. Deze man koopt en verkoopt dieren 4. Hier oogst de boer gras voor zijn dieren 6. Aan dit bedrijf verkoopt de pluimveehouder de eieren 10. Hier bewaart de veehouder tijdelijk de mest van zijn dieren 12. Zo heet een mannetjesschaap 13. Ander woord voor de dieren van de boer 15. Zo noem je een kat, konijn of hond ook wel 16. Ander woord voor een veehouder 18. Bij deze man kun je vlees kopen 20. Dieren liggen erop in de stal, maar ze eten het ook 21. Ander woord voor ‘koe’ 22. Vroeger had de boer in plaats van deze machine een paard 23. Een ander woord voor voerbak
Verticaal 1. Computer die ervoor zorgt dat elk dier precies die hoeveelheid voer krijgt dat het nodig heeft 2. Deze man belt de veehouder als een dier ziek is 3. Zo noem je een jonge koe 4. Aan deze handelaar verkoopt de schapenhouder de wol 5. Zo noem je het voer voor dieren 7. Ander woord voor een jong schaap 8. Zo noem je de poep van dieren 9. Zo noem je een dier dat moedermelk drinkt 11. Naar dit bedrijf gaan de dieren die geslacht worden 13. Zo noem je dieren die gehouden worden voor het vlees 14. Zo noem je het bedrijf waar een boer woont 17. Zo heet een vrouwtjesvarken 19. Hier groeit onder andere het maïsvoer voor de dieren 20. In dit gebouw houdt de veehouder dieren
Horizontaal: 1. veehandelaar, 4. weiland, 6. eierhandel, 10. mestopslag, 12. ram, 13. vee, 15. huisdier, 16.boer, 18. slager, 20.stro, 21. rund, 22. trekker, 23. trog Verticaal: 1. voercomputer, 2. dierenarts, 3. kalf, 4. wolhandelaar, 5. diervoeder, 7. lam, 8. mest, 9. zoogdier, 11.slachterij, 13. vleesvee, 14. boerderij, 17. big, 19. akker, 20. stal
9
Oktober 2011
Hilbert
tekent de landbouw met de klare lijn Illustrator Hilbert Bolland maakt al bijna 25 jaar tekeningen voor Het Kleine Loo. Er is maar weinig in de land- en tuinbouw, dat hij nog niet heeft getekend. “Het aller-leukst om te doen zijn gras, bloemen, en planten en de boeren en tuinders aan het werk op het land”, vindt hij.
Het tekenwerk van Hilbert kom je op bijna elke lagere en middelbare school wel ergens tegen. Voor Het Kleine Loo heeft hij inmiddels honderden pagina’s geïllustreerd en een tiental schoolwandplaten gemaakt. Ook in ander lesmateriaal dat de redactie van Het Kleine Loo heeft gemaakt, staan zijn tekeningen. Hilbert illustreert daarnaast voor verschillende uitgevers onder andere wiskunde-, engels- en aardrijkskundeboeken.
tekeningen in die Kuifjeboeken ben ik een heel grote fan. Die zijn echt fantastisch getekend”, vertelt hij. “De kunst is om een onderwerp met zo weinig mogelijk lijnen zo duidelijk mogelijk te tekenen.” Om kinderen iets over een onderwerp uit te leggen is de klare lijn de beste tekenstijl, vindt Hilbert. “Een tekening die voor onderwijs bestemd is, moet helder zijn. Alle details moeten kloppen. Met deze stijl kan dat.” Om een mooie lijn te kunnen tekenen moet je een vaste hand hebben. Maar soms lukt dat ook met een eenvoudig trucje. Hilbert: “Als je met inkt een horizontale, rechte lijn moet trekken, moet je het papier een kwartslag draaien. Dan trek je dus de lijn van boven naar beneden. Hij wordt dan mooier en strakker. Je kunt natuurlijk ook de lijn langs een liniaal trekken, maar daarmee krijg je geen mooie ‘levende’ lijn.”
Klare lijn
De tekenstijl waarin Hilbert voor Het Kleine Loo tekent, heet de ‘klare lijn’. Kenmerk daarvan is dat om elk deel van een kleurentekening een zwart inktlijntje is getrokken. De afbeelding is daardoor altijd scherp en duidelijk. “Tekenen in die stijl is het mooiste wat er is. Daar kan ik heel erg van genieten”, vertelt Hilbert. Dezelfde stijl is ook gebruikt in bijvoorbeeld de stripboeken van Kuifje. “Van de
EI
ww w. bli jm
5
et ee ne i.n
l
1. dooier 2. eiwit oer
BR O ED EI
3. hagelsn 4. vlies
3
5. schaal er 6. luchtkam
da g 1 2
1 da g 9
da g 18
3
6 da g 21
4 da g ku ike n 1
CO N SU M
PT IE -E I
n kip 7 we ke
10
Oktober 2011
Schoolwandplaten
Voordat Hilbert begint aan een schoolwandplaat (bijvoorbeeld van een veilinggebouw of een fabriek) of een moeilijke tekening met veel details, gaat hij eerst uitzoeken hoe het in de werkelijkheid eruitziet. Voor de wandplaat ‘Wat eten onze dieren?’ bijvoorbeeld is hij naar een diervoederfabriek geweest om foto’s van alle machines, machineonderdelen en de fabriekshallen te maken. Hilbert: “Die foto’s heb ik nodig als hulpmiddel, zodat ik weet wat ik moet tekenen. Maar de foto’s precies natekenen kan niet, omdat het perspectief telkens anders is.” Voor de wandplaat ‘Van aardappel tot friet’ heeft hij een hele dag in de aardappelfabriek van Aviko in Steenderen rondgelopen en aantekeningen gemaakt. “Dat was een belevenis op zich, want ik was nog nooit in zo’n fabriek geweest”, aldus Hilbert. Ook bekijkt hij foto’s in vakbladen en boeken en afbeeldingen op het internet. Pas als hij tot in detail weet hoe het zit, gaat hij aan de slag.
Opengewerkte boerderij
Hilbert: “Tot nog toe het mooist om te maken, waren de opengewerkte tekeningen van monumentale boerderijen. Het Kleine Loo heeft daarover tien jaar geleden een serie verhalen gemaakt ter gelegenheid van het Jaar van de Boerderij. Ik heb daarvoor elk kamertje van de boerderij gefotografeerd en bouwtekeningen bestudeerd. Daarna heb ik thuis zitten puzzelen hoe ik zo’n boerderij opengewerkt zo kon tekenen dat je zo veel mogelijk van die kamers goed kunt bekijken. Bij die bezoeken kreeg ik ook prachtige verhalen te horen over de geschiedenis van de boerderij, het bedrijf en de familie. Daar steek je een heleboel van op.” Tekenen met de computer
De opdracht voor een ingewikkelde tekening begint meestal met een gesprek met de redactie over wat in beeld gebracht moet worden. Daarna maakt Hilbert eerst met een potlood een ruwe opzet. Pas als
die schets okay is, gaat hij de details tekenen. Daarna wordt de tekening met een pennetje of een penseel met zwarte inkt ‘geïnkt’. Tot slot wordt hij ingescand op de computer en ingekleurd. “Vroeger moest ik elk vlakje met een penseeltje inkleuren. Daar was ik dagen mee bezig. Nu kleur ik een vlak met één klik met de muis. Dat scheelt heel veel tijd”, vertelt hij. Sommige tekenaars maken hun tekening direct op de computer, maar Hilbert vindt het prettiger om eerst een tekening op papier te maken en die daarna in te scannen. “Op papier tekenen is overzichtelijker en het gaat beter en gemakkelijker”, vindt hij. Penseel of pennetje?
Of Hilbert een pennetje of een penseel gebruikt om de zwarte lijnen te tekenen, hangt van het soort tekening af. Hilbert: “Met een pennetje krijg je een harde, strakke lijn. Dat werkt heel goed als je bijvoorbeeld een opengewerkte machine moet tekenen. Met een penseel krijg je
11
Oktober 2011
een soepelere lijn die niet overal even dik is. Dat gebruik ik bijvoorbeeld als ik natuur moet tekenen. Dan mag het wat losser.”
Ieder kind kan tekenen
“Kinderen tekenen anders dan een beroepstekenaar”, vertelt Hilbert Bolland. “Bij een tekenaar moet alles kloppen. Het moet in perspectief getekend zijn. Dat is dwingend. Een kind maakt geen tekenfouten. Kinderen tekenen wat ze in hun hoofd hebben. Tekenaars denken: ‘O, dat gaat niet lukken’ en dan gaat het mis. Bij een kind gaat het pas fout als het denkt: ‘Ik kan niet tekenen’, maar…. ieder kind kan
Goed kijken
Hilbert (62) had de smaak van het tekenen al op de basisschool te pakken. Maar pas dertig jaar geleden heeft hij er zijn beroep van gemaakt. Hij heeft zichzelf verschillende tekenstijlen aangeleerd door veel te kijken naar hoe andere tekenaars tekenden en door veel te oefenen. “Je moet vooral heel erg kritisch kijken naar wat je hebt getekend. En je moet steeds bedenken hoe het nog beter kan”, vertelt hij. Voorbeelden van zijn tekenstijlen staan op zijn site: www.bollandart.nl . Door
tekenen.”
Zo maak je een klarelijntekening Het maken van een klarelijntekening gaat in meerdere stappen. Hier zie je hoe Hilbert dat doet. Als voorbeeld is het ontwerp voor een Europees boerderijpaspoort genomen dat de redactie van Het Kleine Loo heeft bedacht voor kinderen die op vakantie gaan naar het buitenland. Zo’n illustratie maken begint met een basisidee: op de voorkant moet duidelijk zijn dat het om vakantie gaat, er moeten twee jonge kinderen op staan die naar een boer zwaaien, er moet een ‘Europees’ landschap zijn en er moet een boerderij op.
De detailtekening
De opzet
Voor een tekening begin je eerst met een globale indeling te maken. Zo bepaal je de plaats en de verhouding van de diverse onderdelen.
De ruwe schets trekt Hilbert op de lichtbak over op stevig tekenpapier. Hij tekent ook alle details. Het papier gumt hij daarna schoon, zodat er een heel dunne, lichtgrijze potloodlijn overblijft. De ruwe schets
Daarna maakt Hilbert op papier een ruwe schets. De opdrachtgever kan zo zien of alles wat hij op de tekening wil er ook daadwerkelijk op komt (boerderij, koeien, akkers, kas, dorpje).
12
Oktober 2011
veel oefenen heeft Hilbert zich ook allerlei schildertechnieken aangeleerd. Schilderijen maakt hij voor zijn hobby. Stripbladen
Hilbert is als beroepstekenaar begonnen bij het stripblad Pep met het inkleuren van striptekeningen van andere tekenaars. Later mocht hij zelf tekenen. Behalve voor de Pep, heeft hij dat ook voor andere jeugdbladen gedaan, zoals de Donald Duck en de Kijk. Hilbert: “Voor Kijk heb ik heel veel tekeningen met de airbrush-
Het inkten
De lijnen worden geïnkt met penseel en pen. Het kan ook met viltstiften. Als hij wil, kan hij de potloodversie ook inscannen op de computer. De tekening wordt dan met een drukpen op een drukgevoelig tekentablet ‘geïnkt’.
techniek gemaakt. Vaak waren dat technische tekeningen. Bijvoorbeeld over hoe een ruimtestation eruitziet.” Airbrush is een ander woord voor spuitbus. Hilbert: “Bij airbrush maak je eerst met grijze inkt een lijntekening. Daar wordt een doorzichtige folielaag overheen geplakt. Op die folie wordt elk afzonderlijke onderdeeltje van de tekening met een scherp mesje los gesneden. Daarna wordt het in de gewenste kleur gespoten. Als de verf gedroogd is, wordt het foliestukje er weer
overheen gelegd en wordt op dezelfde manier een ander stukje van de tekening ingekleurd. Zo krijg je een mooi kleurverloop.” Hilbert heeft ook enkele jaren Disney legpuzzels getekend voor spellenfabrikant Jumbo. Voor de ANWB heeft hij onder andere doeboeken voor kinderen geïllustreerd. Trouwens, ook in boeken voor volwassenen kom je Hilberts tekeningen tegen.
Het inkleuren
Het eindresultaat
Hilbert scant zijn met de hand geïnkte tekening in. Die verschijnt op het beeldscherm. In het computerprogramma Photoshop maakt hij daarvan een kopie met een grijze lijn. Die kleurt hij op de computer in.
Als dat klaar is, wordt de echte lijntekening er overheen ‘geplakt’ en is de tekening klaar om te verzenden naar de vormgever. Die voegt de vlag van de Europese Unie toe en zet het woord ‘Boerderijpaspoort’ erop. Daarna is de tekening klaar voor de drukker.
re li jn te ke n in g M a a k je e ig e n k la Zo doe je dat dus: t papier wilt tekenen op welke plek op he Bedenk eerst wat je odtekening Maak een ruwe potlo je alle details en Als die goed is, tek e lijntjes art zw de Daarna trek je vlakje een kleur Tot slot geef je elk rwerp? b je nog geen onde Probeer het maar. He n boerderij? Wat dacht je van ee
13
Oktober 2011
Planten uit de moederhoek Een boomkweker kweekt bomen, struiken en andere planten voor in de tuin. Sommige kwekers hebben meer dan vijfhonderd soorten. Een boomkweker heeft in zijn bedrijf vaak een moer- of moederhoek. Van de planten die daar staan, snijdt hij stekjes, die hij laat uitgroeien tot nieuwe planten. Er staan bijvoorbeeld rozenstruiken, buxusplanten, heideplanten, coniferen, hortensia’s, lavendel of een appelboom. Soms staat er één moederplant van een soort, soms zijn het er meer. Weet jij hoe deze planten heten?
14
Oktober 2011
Land- en tuinbouw op het digitale schoolbord Wie digilesmateriaal zoekt over de land- en tuinbouw is op de site van Het Kleine Loo (www.hetkleineloo.nl) op het juiste adres. De site bevat educatief materiaal (beeld, vragen en opdrachten) over alle sectoren van de land- en tuinbouw.
Het lesmateriaal is onderverdeeld in de sectoren melkveehouderij, pluimveehouderij, akkerbouw, tuinbouw en vleesvee. Kennismakingsles
Wie op de schotel met producten uit de land- en tuinbouw klikt, vindt daar een kennismakingsles over de land- en tuinbouw. Deze kennismakingsles is geschikt voor de groepen 5, 6, 7 en 8 van de basisschool, maar bevat ook lesmateriaal voor jongere leerlingen. Van elke sector wordt in het kort uitgelegd wat de kenmerken zijn. Bij elke sector zijn lesvragen, opzoek-, lees- en schrijfopdrachten toegevoegd die klassikaal kunnen worden behandeld, maar ook door de leerlingen individueel of in groepjes achter een computer. Vragen en opdrachten Het accent bij ‘Een digiles over de land- en tuinbouw’ ligt op het zelf doen en zelf ontdekken. Zo staan er bij de lesopdrachten onder Voor jou een vraag lesvragen als ‘Wat gebeurt met de poep die varkens in de stal uitpoepen?’, ‘Groeit een radijs aan een plant?’ en ‘Kan een kip vliegen?’. Het antwoord wordt gegeven in het educatieve filmpje bij de vraag. De filmpjes zijn zowel klassikaal als individueel te gebruiken als lesopdracht. Ook zijn er specifieke Zoekopdrachten die de leerlingen thuis of in de klas kunnen maken. Voor de jongste leerlingen is er onder Boer, koe, appel een ‘leren lezen en schrijvenopdracht’ met woorden uit de landen tuinbouw. Het woord bij de afbeelding kan met één muisklik te voorschijn en weggeklikt worden. De afbeeldingen zijn ook zeer geschikt als lesmateriaal voor de allerjongsten. De afbeeldingen kunnen ook worden gebruikt als voorbeeld om na te tekenen en in te kleuren. De les staat op www.hetkleineloodigilessen.nl . Klik op de schaal.
15
Oktober 2011
Les materiaal www.hetkleineloo.nl
Wow! Dieren
Nationaal schoolontbijt De eerste week van november is traditiegetrouw de week van het Nationaal Schoolontbijt. Meer over het ontbijt staat op www.schoolontbijt.nl . Kijk ondermeer bij ‘Ontbijtfun’.
Een ‘hebbeboek’ boordevol afbeeldingen en boeiende wetenswaardigheden over wilde dieren, insecten en dieren op de boerderij is Wow!Dieren. Het bevat mooie informatie voor spreekbeurten en werkstukken. Een onmisbare bron voor een leuke les over biologie. Wow! Dieren (ISBN 97890-475-2013-9) kost € 15,-.
Ezelsoren, kruisbessen en alfalfa Voor een les over groente en fruit op zoek naar nuttige achtergrondinformatie? Op
Klas in de boomgaard Een mooi idee voor een gezonde, leerzame serie lessen: adopteer met de klas bij een fruitteler een appelboom en laat jaarrond zien hoe hij groeit, bloeit en vruchten draagt. De appelplukmaanden zijn september en oktober. Een mooie start voor een serie leuke seizoenslessen rondom de eigen lesboom. Kijk voor meer informatie op www.adopteereenappelboom.nl .
Gezonderwijs Op zoek naar lesideeën of lesmateriaal over voeding, beweging en gezondheid? Op www.gezonderwijs.nl is voor elk moment van de schooldag allerhande informatie te vinden. De site is bestemd voor docenten van het basisen het voortgezet onderwijs. Werkbladen, bewegingsspelletjes, achtergrondinformatie over voeding en beweging, tips voor gezonde traktaties en andere feestelijke gebeurtenissen? Het staat er allemaal op.
www.groentenfruitbureau.nl/veggipedia
zijn honderden soorten groente en fruit beschreven. Op de site staat onder andere hoe je ze moet bewaren en kunt verwerken en wat de voedingswaarde is. Sommige soorten hebben bijzondere mooie namen. Zoals ezelsoren, kruisbessen en alfalfa.
Eten en bewegen in Duck-stijl Gezond eten en lekker bewegen. Het Voedingscentrum brengt het onderwerp op een speelse manier onder de aandacht. Donald Duck, Gijs Gans en Guus Geluk vertellen de leerlingen in een Donald Duck-special hoe je gezond eet en lekker beweegt. Een leuke bron om zelf lesopdrachten bij te verzinnen. De Donald Duck-pdf is te downloaden op http:/ /webshop.voedingscentrum.nl/webshop/ . Zoeken op Donald Duck.
Redactie en productie Bureau Het Kleine Loo/Ton Schönwetter Foto's en tekeningen Agrarisch Dagblad, Bionext, Het Kleine Loo, Hilbert Bolland, IStock, NZO, Productschap Vee, Vlees en Eieren, Schoneveld Breeding, Voorlichtingsbureau Brood, Twan Wiermans
Een abonnement op Het Kleine Loo kost e 14,- per jaar. Basisscholen ontvangen 1 gratis abonnement. Teksten en afbeeldingen mogen uitsluitend voor gebruik op school worden gekopieerd. Voor andere toepassingen is vooraf schriftelijke toestemming nodig.
Het Kleine Loo, educatieve uitgave voor scholen van het basis- en voortgezet onderwijs, verschijnt vier maal per jaar. Het Kleine Loo is een uitgave van Stichting Hart voor het Platteland in samenwerking met Nederland Bloeit, Productschap Vormgeving Ton Wienbelt Akkerbouw, Campagne Akkerbouw brengt land tot leven, Productschap Tuinbouw, Nederlandse Druk Joh. Enschedé Amsterdam BV Zuivelorganisatie, Campagne de Varkenshouder, www.hetkleineloo.nl •
[email protected] Productschap Vee en Vlees en Productschap Redactieadres: Postbus 2169, 2800 BH Gouda Pluimvee en Eieren.
16
Oktober 2011