Gemiddelde kosten voor een studiejaar collegegeld (hbo/wo – mbo)
€ 1.713 – € 1.043
boekengeld
€ 444
huisvesting
€ 3.696
boodschappen
€ 2.772
vervoer (boven op de OV)
€ 984
ontspanning, uitgaan, sport
€ 1.332
verzekeringen
€ 1.092
kleding
€ 1.224
totaal
€ 13.257
Bron: www.nibud.nl
1.3 Waarom je vroeg moet beginnen met je studiekeuze ‘*Zucht* weer megasaaie les studieloopbaancoaching.’
Het is misschien pas het begin van het nieuwe schooljaar (of zelfs een jaar daarvoor) en het lijkt nog zo ver weg, die studiekeuze. Je bent vast geneigd het op de lange baan te schuiven. Over waarom het voor jou logisch is om het uit te stellen, lees je later meer. Toch is het raadzaam om het niet te lang te laten liggen, om verschillende redenen. De inschrijvingsprocedures van sommige studierichtingen zijn niet altijd even simpel en standaard. Bij veel studies kun je je aanmelden via Studielink en dan ben je ingeschreven bij de studie van je keuze. Maar er zijn best veel uitzonderingsgevallen, waarvan ik er hier een aantal noem: – De studies waarvoor je een speciale test moet doen. Bijvoorbeeld een sporttest, een psychologische test of een rekentoets. De testdagen zijn vooraf vastgesteld en het zou jammer zijn als je deze toetsen misloopt omdat je nog geen weet hebt van deze studies. Stel, je komt er in mei achter dat je graag sportleraar wilt worden. Dan heb je de sporttest in maart gemist. – De studies waarvoor loting geldt. Dit lijken er steeds meer te worden en ook hiervoor geldt een deadline van inschrijving. Vóór 15 mei moet je je voor deze studies hebben aangemeld om mee te doen in de eerste loting. Deze loting gebeurt op basis van je cijfers. Wanneer je op tijd weet dat je meedoet met een loting, kun je in de loop van het jaar proberen om je gemiddelde eindexamencijfer omhoog te halen. Zo geef je jezelf een grotere kans om ingeloot te worden. Voorbeelden hiervan zijn geneeskunde, fysiotherapie en toegepaste psychologie. – De studies waarvoor je auditie moet doen. Vaak zijn dit muziek-, dans-, kunst- en theateropleidingen. Hoe eerder je weet dat je moet laten zien wat je waard bent, hoe sneller je kunt werken aan de opbouw van een mooi portfolio. Of je kunt juist veel oefenen om goed voor de dag te komen.
14
SWP 120207 BW-4.indd 14
30-03-12 14:00
– Veel studierichtingen experimenteren al met motivatie-intakegesprekken. Dit zijn gesprekken die je voert voordat je begint aan de opleiding, waarin je moet motiveren waarom je dit kiest. Hoe eerder je weet voor welke studie je kiest, hoe beter je je kunt voorbereiden op dit gesprek. Dat houdt in dat je je goed moet oriënteren op de inhoud van de studie. Er komt bij studiekeuze dus meer kijken dan alleen jouw keuze; jij bent onderdeel van een groter geheel. Zoals gezegd, vind je in dit boek een aantal oefeningen. Door deze serieus te doen, zul je beter kunnen nadenken over wat jij belangrijk vindt en wat bij jou past. Soms zullen de oefeningen makkelijk zijn, soms zijn ze wat lastiger, en misschien zijn ze soms ronduit raar voor je gevoel. Ook al voelt het soms vreemd, doe het maar gewoon; het kan je rust of ontspanning brengen, en dat is dan mooi meegenomen. Hoe eerlijker en serieuzer je hierbij bent, hoe beter je jóúw studie kunt vinden.
Oefening 1 (misschien een beetje zweverig, maar wel prettig om te doen) – Ga ontspannen zitten of liggen, eventueel zet je je favoriete muziek erbij aan. – Doe je ogen dicht. Adem een paar keer diep in en uit. – En nu mag je gaan dromen: – Stel jezelf een aantal jaren ouder voor. In ieder geval zo veel ouder dat je aan het werk bent en een studie hebt afgerond (maakt niet uit welke). – Beantwoord de volgende vragen tijdens het dromen: • Wat ben je voor werk aan het doen? • Wat doe je dan de hele dag? • Waar doe je dat? • Met wie doe je dat? En verder: • Hoe ziet de rest van je leven eruit? • Waar woon je? Met wie? • Wat doe je nog meer, qua hobby’s en vrije tijd? – Droom gewoon een poosje door en als er niets meer in je gedachten komt, stop je met de oefening en lees je verder...
Is dit je ideale plaatje? Dan heb je alvast een concreet beeld gecreëerd van hoe jij je leven wilt inrichten. Door het je echt voor te stellen, kun je je makkelijker richten op wat jij wilt bereiken. Het kan best zijn dat er nog niet veel in je gedachten is opgekomen, dat je nog geen beeld van de toekomst hebt. Doe de oefening dan later nog een keer, want er zijn vast dingen in je leven die je graag zou realiseren. Heb je een afschrikwekkend beeld opgeroepen? Zo wil je het zeker niet, en dus weet je nu in ieder geval al wat je niet nastreeft! Lees maar verder!
15
SWP 120207 BW-4.indd 15
30-03-12 14:00
2 Wat je moet weten over je eigen keuzeproces ‘Effe snel die studiekeuzetest invullen: GTST begint bijna!’
Kiezen is iets wat soms vanzelf gaat. Soms is de keuze koffie of thee – en je lust geen koffie; makkelijk. Soms is de keuze iets lastiger: Blouse of T-shirt vandaag? Jas of geen jas aan? De gradaties lopen op: Brommer kopen of doorsparen voor een autootje als je mag rijden? Wel of niet je verkering uitmaken? Nog allemaal keuzes voor de relatief korte termijn, met soms iets verder strekkende gevolgen. En dan die ene lastige keuze: Wat wil ik worden later? Wat voor studie moet ik kiezen? Sommigen denken er niet bij na. Die worden wat hun vader doet. Op de tractor rijden en de boerderij overnemen. Of geneeskunde studeren om ook hartchirurg te worden. Sommigen worden juist niet wat hun vader is. Die willen niet saai op de boekhouding van een bedrijf werken. Of die willen niet meer over de hele wereld zwerven omdat zendingswerk hun neus uit komt. Of meisjes die zien dat hun moeder RSI heeft gekregen van al die haren die ze heeft geknipt als kapster, en daar zelf geen zin in hebben. De meeste jongeren moeten er echter wel over nadenken. Die vinden veel dingen leuk en kunnen niet kiezen. Of die vinden niets leuk en moeten toch iets gaan doen. Het is niet gek dat je moeite hebt met kiezen. Er komt van alles bij kijken. Je hersenen moeten al die prikkels verwerken, terwijl je hersenen nog volop in ontwikkeling zijn. In dit hoofdstuk lees je hoe dat precies zit in je bovenkamer. Het is niet technisch, dus dat is geen reden om het over te slaan! Vervolgens krijg je tips over hoe je kunt omgaan met al die andere mensen die zich met je bemoeien. Je ouders, je vrienden en je school; allemaal hebben ze een mening over jouw studiekeuze.
2.1 Hoe zit dat dan, met je hersenen? ‘Je bent lui.’ ‘Echt niet, mijn hersencel heeft rust nodig.’
Je hersenen bevatten verschillende gebieden. Het ene gebied is voor emoties, het andere voor taal, voor bewegen, voor slapen – noem maar op. Alles wat je doet en denkt, wordt vanuit je hersenen geregeld. En al die gebieden zijn in de puberteit volop in ontwikkeling. Maar ze ontwikkelen zich niet allemaal even snel. Daardoor kun je uit balans raken.
17
SWP 120207 BW-4.indd 17
30-03-12 14:00
Naast je eigen brein, dat het je knap lastig kan maken bij alle keuzes die je in het leven moet maken, zijn er nog factoren van buitenaf, externe factoren, die op jouw studiekeuze inwerken. Hierna lees je over de belangrijkste daarvan: je ouders, je vrienden en school.
2.3 Beïnvloeding van buitenaf ‘Waar bemoeit iedereen zich toch mee? Denken ze dat ik debiel ben of zo?’
Je leeft je leven niet alleen. Gelukkig maar, anders werd het wel wat saai. Je bent onderdeel van een heleboel groepen tegelijk. Je leeft in een gezin, je gaat naar school, je hebt je vrienden, je sport, je muziek, je bijbaantje, je vrijwilligerswerk, je overige familieleden, en wat nog meer. Overal kom je mensen tegen die ongetwijfeld iets van je weten, je goed kennen en je raad willen geven over wat je moet gaan studeren. Die al bedacht hebben dat jij een uitstekende autodealer zou zijn, dat je gewoon past als verpleegkundige aan het ziekenhuisbed, of dat je de boerderij van oom Klaas goed kunt overnemen. Natuurlijk, hartstikke fijn – allemaal goedbedoelde adviezen. Misschien krijg je wel ideeën en meningen te horen die nieuw zijn voor je. Handig! Of de mensen in je omgeving zetten je gewoon aan het denken. Ook handig. Maar zij zijn niet jij, en jij bent niet zij. Hoe kun je met al die partijen omgaan?
Je ouders Ouders hebben het beste met hun kind voor. Echt waar. Hoe ze ook aan je hoofd zeuren, ze willen dat jij het goed doet en goed hebt. Ze zullen je ook willen helpen met het maken van een goede studiekeuze. Geef hun daarin eens ongelijk. Ze zullen voor een groot deel voor de kosten moeten opdraaien en willen dat jij dat geld niet verspilt. Dat is uiteraard de economische kant ervan. Belangrijker is dat zij willen dat je je talenten en vaardigheden goed gaat gebruiken en dat je later goed terechtkomt, in een baan die bij je past, waar je plezier in hebt en waarmee je voor jezelf kunt zorgen. Je hebt diverse soorten ouders. Kun je bepalen welke beschrijving op jouw ouders van toepassing zou kunnen zijn? De ouder die het beter weet Dit is een ouder die je vertelt wat je moet gaan studeren. Hij of zij heeft al brochures voor je aangevraagd, heeft je al opgegeven voor een open dag en heeft bij wijze van spreken je inschrijfformulier al ingevuld. Nu zit hij of zij de hele tijd dat jullie over je studiekeuze praten die ene opleiding te ‘promoten’: dit past zo goed bij je, dit levert je later een goede baan op, enzovoort. Allemaal superargumenten uiteraard. De ouder die zich bewust afzijdig houdt Dit is de ouder die wel aangeeft dat je moet gaan studeren, maar dat je helemaal zelf mag weten wat dat dan is. Wat jij wilt. Hij of zij vindt alles prima, als je maar gelukkig bent. 23
SWP 120207 BW-4.indd 23
30-03-12 14:00
Het verhaal van Saskia, eindredacteur Ik vond een studie kiezen heel lastig. Mijn twijfel kwam mede doordat mijn vader een aantal jaar voor mijn eindexamen is overleden, en hij was toch wel degene met wie ik vaak over school sprak, die me hielp bij mijn huiswerk en die me stimuleerde voor het hoogste te gaan. Ik was als het ware mijn klankbord kwijt, op school werd er weinig over gepraat en met vrienden onderling had je het er ook weinig over. Na mijn atheneum-diploma heb ik me aangemeld voor een hbo-Vopleiding en vervolgens ben ik op het laatste moment afgehaakt omdat ik het nog niet zag zitten op kamers te gaan (wat vanwege de afstand wel zou moeten). Daarna heb ik maar heel snel toch iets geregeld en ben ik een jaar Schoevers gaan doen om m’n tijd nuttig te besteden. In dat jaar ben ik me beter gaan oriënteren op wat ik nou echt ‘leuk’ vond. Dus moest het iets worden wat te maken had met dat wat ik het liefste deed destijds: tekenen en schilderen. Alleen voor bijvoorbeeld de kunstacademie was ik bij lange na niet goed genoeg, dat besefte ik wel. Dus werd het een lerarenopleiding tekenen en creatieve vakken. Een erg leuke tijd die ik niet had willen missen, maar voor de klas staan...? Uiteindelijk greep ook het lot wat in: ik ontmoette mijn huidige man en zou met hem naar Amerika emigreren en ik ging vast aan het werk om wat geld te sparen. Amerika ging op het laatste moment niet door, maar ik had intussen door wat echt mijn interesse had. Waar ik werkte, werden verschillen de tijdschriften en uitgaven gerealiseerd: schrijven, redigeren, druk werkbegeleiding, vormgeving. Dus volgde ik een opleiding aan de School voor Journalistiek. Een hele omweg dus om bij de baan te komen die ik nu heb.
‘Ik vond een studie kiezen heel lastig.’
27
SWP 120207 BW-4.indd 27
30-03-12 14:00