Nieuwsbrief 2
december 2007
1. Nieuws uit de extra ledenvergadering SPE d.d. 27-11-2007 Tijdens de extra ledenvergadering van de Stichting Pensioenfonds Equens (SPE) zijn enkele belangrijke besluiten genomen en mededelingen gedaan. Onderstaand lees je hier meer over. 1. Statutenwijziging leidt tot verandering positie deelnemersvergadering Per 1 januari 2007 is de nieuwe Pensioenwet van kracht. Een belangrijk onderdeel van de wet is de vernieuwde governance structuur van pensioenfondsen.Deze regelt onder andere, dat er een Verantwoordingsorgaan (VO) en een Visitatiecommissie in het leven geroepen moeten worden. Dit om meer openheid en transparantie van het gevoerde beleid te bewerkstelligen. Mede naar aanleiding daarvan moeten de statuten van de SPE aangepast worden. Tijdens de vergadering op 27 juni van dit jaar is al een aantal wijzigingen ter goedkeuring aan de leden voorgelegd. Zij hebben daarmee ingestemd. Tijdens de vergadering van 27 november is door het bestuur SPE een tweede serie statutenwijzigingen ter instemming voorgelegd. De bevoegdheden van de ledenvergadering zijn drastisch ingekrompen ten gunste van de twee nieuwe organen, het VO en de Visitatiecommissie. Het verantwoordingsorgaan is eerder dit jaar ingesteld. Het bestuur van het pensioenfonds dient jaarlijks verantwoording af te leggen aan het Verantwoordingsorgaan over het gevoerde beleid en de wijze waarop dit is uitgevoerd. Het Verantwoordingsorgaan ontvangt daarvoor alle informatie die het nodig heeft voor de beoordeling van het functioneren van het bestuur van het fonds. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit 3 leden: één namens de werkgever: Ton Versteeg, werkzaam bij PaySquare, één namens de medewerkers, Ernest Laane, werkzaam bij de afdeling Finance van Equens en Wim Duivis, namens de pensioentrekkenden. De vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden wordt door de VEP ingebracht. Het Visitatieorgaan heeft tot taak een intern toezicht bij het fonds. Het is een soort raad van commissarissen. Het bestuur is op dit moment bezig met de bemensing van het orgaan. De leden ervan mogen geen directe binding met het pensioenfonds hebben. Door de oprichting van de beide bovengenoemde organen is de rol van de deelnemersvergadering gewijzigd. Nu het bestuur verantwoording moet afleggen aan het Verantwoordingsorgaan (waarin alle stakeholders vertegenwoordigd zijn) én aan de Visitatiecommissie is daarnaast en bovenop nog eens verantwoording afleggen (goedkeuring jaarverslag en décharge voor het gevoerde beleid) aan de deelnemersvergadering overbodig geworden. De belangrijkste veranderingen zijn: De beoordeling van het gevoerde beleid en de uitvoering ervan door het bestuur komt toe aan het VO en niet meer aan de ledenvergadering. De Visitatiecommissie zal ook een verslag doen van hun bevindingen. Het oordeel van beide organen wordt vastgelegd in het jaarverslag en is zo voor iedereen toegankelijk. Ook voor de beide toezichthouders (DNB en AFM)
1
Nieuwsbrief 2
december 2007
Het bestuur heeft wel in de statuten vastgelegd, dat zij jaarlijks in de Deelnemersvergadering verslag uit zal brengen van het gevoerde beleid en een vooruitblik zal geven. De deelnemersvergadering blijft het besluitvormend orgaan voor de benoeming van nieuwe bestuursleden. De wijziging van reglementen en statuten wordt een bevoegdheid van het bestuur. Het bestuur heeft toegezegd voorafgaand aan een besluit tot wijziging eerst een toelichting te geven in een deelnemersvergadering.
2. Bestuurswisselingen Bart Vriens, vertegenwoordiger namens de werkgever, stopt met ingang van 1 januari 2008. Piet Hein Oyens, vertegenwoordiger namens de medewerkers, gaat met ingang van 1 januari uit dienst en is daarmee geen lid meer van het bestuur. Hij blijft nog wel actief voor het bestuur als externe adviseur. 3. Pensioenoverzicht (nog niet met pensioen) of jaaropgave (gepensioneerd) Medewerkers, die nog pensioen opbouwen ontvangen eenmaal per jaar een pensioenoverzicht. In het pensioenoverzicht is de opbouw van je pensioenrechten vastgelegd. Gepensioneerden ontvangen jaarlijks een jaaropgave van de pensioenuitkering. Beide documenten worden opgesteld door de pensioenuitvoerder AON Consulting. Het bestuur blijft echter eindverantwoordelijk. 4. Indexatie (Tegenwoordig toeslagverlening geheten) Gegeven de financiële resultaten van het fonds tot en met einde oktober 2007 is te verwachten, dat het bestuur zal besluiten tot een volledige indexatie van de (pre)pensioenuitkeringen met ingang van 1 januari 2008 van 1,61 %. Het besluit daarover is genomen in de bestuursvergadering van 11 december 2007.
2. Hoe zit het als ge(pre)pensioneerde met je verzekeringen via Equens? Over dit onderwerp bestaan bij ge(pre)pensioneerden veel vragen en onduidelijkheden. Het bestuur van de VEP heeft daarom hierover contact opgenomen met de afdeling HRM van Equens. Onderstaand lees je hoe het zit met de verschillende verzekeringen. Wat moet jezelf doen als je iets wilt regelen met een verzekering, naar wie moet je dan toe, waar of hoe kun je die vinden? Enzovoorts. Een informatie is op voorhand van wezenlijk belang. Het onderstaande is alleen van toepassing op ge(pre)pensioneerden, die direct vanuit een dienstverband met Equens of de rechtsvoorgangers met (pre)pensioen zijn gegaan. Is bijvoorbeeld je dienstverband beëindigd doordat je met een vertrekpremie uit dienst bent gegaan of doordat je daarna nog bij een andere werkgever in dienst bent geweest en je bent daarna pas met (pre)pensioen gegaan dan is onderstaande niet op jou van toepassing. Er bestaan afspraken met betrekking tot de volgende drie verzekeringen.
2
Nieuwsbrief 2
december 2007
1.
Zilveren Kruis Achmea zorgverzekering Aansluitend aan hun dienstverband kunnen ge(pre)pensioneerden gebruik maken van de Equens collectiviteit. Zij hebben een eigen collectiviteitnummer. Dit is 207000947. In de brief, die iemand ontvangt bij zijn/haar overgang naar de Stichting Pensioenfonds Equens (SPE) of naar de vut wordt dit nummer altijd genoemd. Je moet jezelf aanmelden. Dit kan via de site van Zilveren Kruis Achmea: www.zilverenkruis.nl onder vermelding van dit collectiviteitsnummer. Equens Nederland meldt medewerkers die uit dienst gaan af en meldt dus ook diegenen af die rechtstreeks naar SPE gaan. Uiteraard staat het je vrij een andere zorgverzekeraar te kiezen.
2.
Autoverzekering Fortis ASR via tussenpersoon Driessen Aansluitend aan je dienstverband kun je op dit moment als ge(pre)pensioneerden nog gebruik blijven maken van de autoverzekering via de firma Driessen. Hoe lang dit nog mogelijk is, is onzeker. De schadelast stijgt namelijk behoorlijk. Dit betekent, dat de korting sterk onder druk staat.
3.
Personeelsvoorzieningen van Centraal Beheer Achmea Aansluitend aan je dienstverband kun je ge(pre)pensioneerden gebruik blijven maken van de personeelsvoorzieningen van Centraal Beheer Achmea, die Equens voor de medewerkers heeft afgesloten. Het collectiviteitnummer oftewel werkgeversnummer voor deelname aan deze personeelsvoorzieningen is 80002. In alle contacten over personeelsvoorzieningen moet dit nummer worden vermeld. Aanmelden kan via de website van Centraal Beheer Achmea: www.centraalbeheer/nl/80002. Daar vind je alle gegevens. De personeelsvoorzieningen staan ook open voor je partner. Ook kinderen kunnen deelnemen, zij het voor zover de kinderen niet ouder zijn dan 27 jaar en studiefinanciering of kinderbijslag ontvangen.
Meer verzekeringen zijn er niet voor ge(pre)pensioneerden. Verder is het volgende van belang voor je gebruik van alle drie de verzekeringen: je moet zelf alle aanmeldingen, mutaties en dergelijke doen. Equens Nederland heeft geen enkele bemoeienis met ge(pre)pensioneerden en hun verzekeringen.
Hulp van VEP: Voor ondersteuning en vragen is vanuit VEP de contactpersoon Wim Duivis. Eventueel kan hij de leden van VEP (aanmeldingen, afmeldingen) doorgeven aan Centraal Beheer Achmea. Ook kan hij regelen met Centraal Beheer Achmea dat leden een informatiepakket ontvangen. Bij de aanmelding zijn wij op dit moment dan wel verplicht ervoor te zorgen dat het 'warme' ge(pre)pensioneerden zijn. Reactie bestuur VEP: Het bestuur heeft m.b.t. deze regelingen een probleem: wij hebben op deze wijze te maken met twee soorten leden. Daarnaast hadden wij het idee dat het voor zowel Equens als de gepensioneerden aantrekkelijk zou zijn om over en zo groot mogelijke groep te onderhandelen. Dit is voorgelegd aan Equens. Hun antwoord luidde als volgt:
3
Nieuwsbrief 2
december 2007
Dit kan op dit moment niet. De verzekeringen worden afgesloten met een zeer precieze omschrijvingen van de betreffende doelgroepen. Bij gepensioneerden gaat het uitdrukkelijk en exclusief over de zogeheten "warme" gepensioneerden. Dat zijn zij, die direct aansluiten aan hun dienstverband/vut met pensioen gaan. HRM zal nagaan of ze de vraag kunnen "meenemen" bij volgende onderhandelingen. Voorlopig dus absoluut niet.
3. Samenvatting jaarverslag 2006 Stichting Pensioenfonds Equens Uit het verslag van het bestuur SPE Bestuur. In 2006 zijn de heren B. Haasdijk namens de werkgever en J.P.Bakker namens de deelnemers opnieuw benoemd in het bestuur voor een periode van drie jaar. Mevrouw M. Laan treedt begin 2007 in dienst bij een andere werkgever, waardoor een vacature is ontstaan in de bestuurszetel namens de werknemers. Naar aanleiding van de wet VPL (Wet VUT Prepensioen en Introductie Levensloopregeling) heeft de werkgever nog in 2005 de pensioenregeling aangepast op de nieuwe eisen. Dit heeft geresulteerd in een geheel nieuw pensioenreglement, de PR2006. Daarnaast blijven de bestaande reglementen, die betrekking hebben op de groep geboren vóór 1 januari 1950, gehandhaafd. De vrijwillige pensioenspaarregeling VPS is beëindigd. De gestorte bedragen zijn ingebracht in het opgebouwde ouderdomspensioen. In de loop van 2007 zal het bestuur het Financieel Toetsingskader (FTK) invoeren. De Nederlandsche Bank had na de beursval in de jaren 1999 en 2000 besloten om de vermogenspositie van de pensioenfondsen op een andere wijze te gaan waarderen en beoordelen. Het was de bedoeling van het bestuur om al per 1 januari 2006 over te gaan, tegelijk met de invoering van de nieuwe pensioenregeling. De beleidsaanpassingen vergen dermate veel onderzoek en besluitvorming dat het FTK in 2007 zal worden ingevoerd. Reeds begin 2006 deelde de directie van Interpay mee dat zij, op grond van de nieuwe boekhoudregels onder IFRS, wenste over te gaan op een zogenaamde CDC-regeling (Collective Defined Contribution). In het kort komt het er op neer dat de werkgever voor de jaarlijkse af te dragen premie, de kosten en de risico’s, een vast percentage afspreekt van de pensioengevende salariscomponenten. De werkgever kan dan geen premiekorting meer bedingen en het pensioenfonds kan niet meer bij de werkgever aankloppen om extra steun. Met behulp van de actuaris en na zorgvuldig overleg met de vakbonden zijn partijen begin 2007 tot overeenstemming gekomen over de invoering van de CDCregeling. De indexatieregeling is geactualiseerd. Met ingang van het jaar 2007 is de indexatieregeling voor actieve deelnemers gebaseerd op de CAO-loonstijging. De indexatie van de opgebouwde rechten van ex-medewerkers en de al lopende pensioenuitkeringen worden gebaseerd op de CBS-prijsindex voor alle huishoudens. De indexatie is overigens voorwaardelijk en afhankelijk van de vermogenspositie van het pensioenfonds. Met andere woorden, er bestaat geen recht op toekomstige indexaties. Per 1 januari 2007 zijn de opgebouwde rechten van actieve deelnemers conform de CAO-
4
Nieuwsbrief 2
december 2007
loonstijging geïndexeerd met 1,5% en de ingegane pensioenen en premievrije aanspraken met 0,9% op basis van de CBS prijsindex. De herstelsituatie is beëindigd. Sinds de beurskrach van 2000/2001 verkeerde het pensioenfonds in staat van onderdekking, wat betekent dat het vermogen van het pensioenfonds niet voldoende was om te kunnen blijven voldoen aan de (langetermijn) verplichtingen. Inmiddels is per ultimo 2005 door de actuaris een zodanige dekkingsgraad vastgesteld, dat de herstelsituatie ten einde is gekomen. De vermogenspositie was nog niet van dien aard dat terugbetaling van de achtergestelde lening ad € 13 mln. Bespreekbaar was. Met de directie van Equens was per 1 januari 2006 overeengekomen dat de lening vooralsnog zou blijven voortbestaan tegen een rentepercentage van 4%. Inmiddels is de lening kwijtgescholden per 1 januari 2007. De vermogenspositie is hierdoor verbeterd en de jaarlijkse renteverplichting van ruim € 0,5 mln. is weggevallen. In december 2006 is de nieuwe pensioenwet door de regering vastgesteld. De belangrijkste wijzigingen op de oude wet zijn: 1. Het Financieel Toetsingskader (FTK): zie de toelichting op pagina 2; 2. Principes Goed Pensioenfonds Bestuur (Pensionfund Governance), vastgelegd in een gedragscode. In dat kader zijn onder meer ingesteld een Verantwoordingsorgaan en een Toezichtsorgaan waar het bestuur verantwoording aan moet afleggen. De Compliance Officer ziet hierop toe. Tevens is besloten om een gepensioneerde op te nemen in het bestuur van het pensioenfonds; 3. Communicatie-eisen; 4. Deskundigheid van het bestuur. 2006 was het eerste volle jaar met de nieuwe vermogensbeheerder: SEI. Het actieve beleid van SEI heeft geleid tot een bevredigend rendement op het vermogen. Voor de vastrentende portefeuille bedroeg dat 1,2% en voor de aandelen 13,8%. Bij een verhouding van 60%-40% leverde dat een totaalrendement (voor beheerskosten) van 6,2%. De directie van SiNSYS is nog niet ingegaan op het aanbod om te komen tot een collectieve waardeoverdracht ten behoeve van het personeel dat naar dit bedrijf is overgegaan. Teruggaaf van de vrijval reserve WAO-hiaat bleek niet uitvoerbaar en daarom is het bedrag toegevoegd aan de reserves van het pensioenfonds.
Beleggingen Samenstelling van de portefeuille In het verslagjaar was de strategische asset mix: Vastrentende waarden (Obligaties) Zakelijke waarden (Aandelen)
60% 40%
Portefeuillleontwikkeling en beleggingsresultaat De portefeuille (excl. onderhandse leningen heeft in de loop van 2006 een autonome groei doorgemaakt van EUR 17,7 mln. Tot het niveau van EUR 298 mln. Aan het eind van 2006. Het behaalde rendement op het vermogen komt daarmee op 6,2% op jaarbasis. Het resultaat binnen de diverse beleggingscategorieën kan als volgt worden weergegeven: Obligaties Aandelen
1,2% 13,8% 5
Nieuwsbrief 2
december 2007
Totaalresultaat
6,2%
De resultaten zijn exclusief de resterende onderhandse leningen ad totaal EUR 5,6 mln. Het bestuur heeft het voornemen om deze leningen af te lossen.
Kengetallen (bedragen in duizenden euro’s)
2006
2005
2004
2003
2002
1.259 1.311 234 -------2.804 ===== 102 32
1.363 1.171 204 -------2.738 =====
1.483 1.081 181 -------2.745 =====
1.737 975 155 -------2.867 =====
1.764 912 138 -------2.814 =====
175 49 10
150 44 10
129 41 11
105 38 12
89 34 15
15.362
13.740
17.334
20.248
39.302
4.921 628 43 --------5.592 =====
3.610 548 47 --------4.205 =====
2.568 529 47 --------3.144 =====
1.791 479 45 --------2.315 =====
1.148 410 32 --------1.590 =====
Beleggingen Balanswaarde beleggingen Totale beleggingsopbrengsten
304.040 16.245
284.329 33.074
245.905 14.941
212.137 12.060
136.745 -23.381
Vermogen Reserves Voorziening pensioenverplichtingen Rekenrente in % Dekkingsgraad in %
65.516 216.490 4 135
44.911 211.979 3,75 126
23.266 191.604 4 118
10.204 183.167 4 112
1.252 165.977 4 108
Aantallen - Deelnemers* - Gewezen deelnemers - Pensioengerechtigden - Totaal * waaronder geprepensioneerden * waaronder invaliditeitspensioen Pensioengerechtigden per soort - Ouderdomspensioen - Nabestaandenpensioen - Wezenpensioen Premiebaten en pensioenuitkeringen Premiebijdragen Pensioenuitkeringen - Ouderdomspensioen - Partnerpensioen - Wezenpensioen Totaal
6
Nieuwsbrief 2
december 2007
Balans per 31 december 2006 (bedragen in duizenden euro’s)
Activa Beleggingen Aandeel herverzekering in de voorzieningen Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen
Passiva Stichtingskapitaal en reserves Achtergestelde leningen Technische voorzieningen Voorziening algemene risico’s Overige voorzieningen Overige schulden en overlopende passiva
Dekkingsgraad in %
2006 EUR
2005 EUR
304.040 367 3.104 102 ---------307.613 ======
284.329 505 2.814 9.112 ---------296.760 ======
65.516 13.000 216.490 10.806 1.169 632 ---------307.613 ======
44.911 13.000 211.979 10.574 1.928 14.368 ---------296.760 ======
135%
126%
Staat van baten en lasten over 2006 (bedragen in duizenden euro’s)
Beleggingsopbrengsten Bijdragen van werkgevers en werknemers Saldo overdrachten van rechten Pensioenuitkeringen Mutatie voorziening pensioenverplichtingen Mutatie voorziening algemene risico’s Mutatie overige voorzieningen Herverzekeringen Pensioenuitvoerings- en administratiekosten Overige Saldo van baten en lasten Bestemming saldo baten en lasten Mutatie reserves
7
2006 EUR
2005 EUR
16.245 15.362 -832 -5.592 -4.511 -232 759 -179 -723 308 -------20.605 =====
33.074 13.740 106 -4.205 -20.375 -1.015 1.264 60 -458 -546 -------21.645 =====
20.605 =====
21.645 =====
Nieuwsbrief 2
december 2007
Overzicht verzekerden
Aantallen per 1 januari 2006 Bij wegens: Indiensttreding Herindiensttreding Uitdiensttreding Toekenning van een pensioen Premievrije aanspraak
Af wegens: Invaliditeit Overlijden Toekenning ouderdomspensioen Uitdiensttreding Emigratie/overdracht/afkoop Herindiensttreding Uitdiensttreding binnen één jaar Andere oorzaken
Aantallen per 31 december 2006
Deelnemers
Gewezen deelnemers
Ouderdomspensioen
Invaliditeitspensioen
Nabestaanden pensioen
Wezenpensioen
Totaal gepensioneerden
1.363
1.171
150
0
44
10
204
105 179 29 ------1.468
------1.350
------179
-4 -23 -179
-3 -6
-2
6 ------0
------50
35 ------10
------239
-1
-3
-25
-3 -------209 ====
-5 -------39 ====
-2 -------4 ====
------0 ====
-------1 ====
------0 ====
-2 -------5 ====
1.259 ====
1.311 ====
175 ====
0 ====
49 ====
10 ====
234 ====
8
Nieuwsbrief 2
december 2007
4. Artikelen uit Equens Unlimited Italiaanse collega’s op komst. De fusie tussen Interpay en het Duitse TransaktionsInstitut heeft geleid tot de oprichting van Equens. Een centrale strategische doelstelling van Equens is om als duale processor meer transacties te kunnen verwerken. De blik is daarvoor gericht op een samenwerking met andere Europese transactieprocessoren. Inmiddels is een samenwerking met een Italiaanse processor, Secreti geheten, in een ver gevorderd stadium. Medio dit jaar hebben de beide bedrijven al overeenstemming bereikt over een samenwerking voor Sepa (Single Euro Payments Area). Secreti beheert en verbindt meer dan 8.000 geldautomaten en 220.000 betaalautomaten. Daarnaast verzorgt Secreti issuing processing van talloze kaarten, nationaal en internationaal, multifunctioneel en prepaid. Het bedrijf is gevestigd in Milaan. Er werken ongeveer 270 medewerkers. Verwachte effecten van de samenwerking zijn een vergroting van het marktaandeel in Europa van 10% naar 12% en een besparing van de kosten. Het ziet er naar uit, dat de holding Equens N.V. medio 2008 bestaat uit Equens Nederland, Equens Deutschland en Equens Italia. Reactie bestuur VEP: Heeft deze voorgenomen uitbreiding van hert aantal werkmaatschappijen onder de holding consequenties voor de gepensioneerden? Voor het antwoord op de vraag hebben we ons licht opgestoken bij Wim Zürlohe, die namens de VEP in het bestuur SPE zit en bij de secretaris van het SPE, Piet-Hein Oyens. Het antwoord op de vraag is ontkennend. De stichting Pensioenfonds Equens (SPE) is uitsluitend ingesteld en werkzaam voor Equens Nederland B.V. Equens Nederland B.V. is één van de nu twee en later wellicht drie of meer werkmaatschappijen, die als het ware "hangen onder" de holding Equens N.V.. Met Equens Nederland B.V. heeft SPE de CDC (collectieve defined contribution) regeling en daaronder de uitvoeringsovereenkomst. Wel blijft de verantwoordelijkheid van SPE van belang om, gegeven de premiebetaling door Equens Nederland B.V., het verder helemaal zelf te regelen. Dus ook in minder goede tijden.
SEPA op stoom, Equens is klaar voor Europa. SEPA betekent Single Euro Payments Area. Hiermee wordt bedoeld dat in de gehele Euro zone op dezelfde manier elektronisch betaald moet kunnen worden, onder dezelfde voorwaarden. In Equens Unlimited een interview met de voorzitter van de EPC, Gerard Hartsink, vice president market infrastructures van de ABN-AMRO. Via zelfregulering door banken gebeurde er op dit gebied niet veel. Daarop is de Europese Commissie tussenbeide gekomen met een verordening. Een groot aantal banken en bankorganisaties hebben toen de EPC (European Payments Counsel) opgericht. Deze heeft het proces (van het definiëren van regels en technische koppelingen, red.) gestroomlijnd.
9
Nieuwsbrief 2
december 2007
Op 28 januari 2008 moet SEPA van start gaan. De heer Hartsink ziet kansen voor consumenten en bedrijven. Volgens hem zullen de eigenschappen van de betaalmogelijkheden gelijk aan of beter zijn dan de huidige Nederlandse mogelijkheden. De consument zal van de overgang niets merken, bedrijven wel. Nederland loopt niet voorop bij het invullen van de SEPA mogelijkheden. Toch verwacht de heer Hartsink wel dat de banken op tijd klaar zullen zijn. Zo niet dan straft een bank zichzelf door commerciële- en reputatieschade. Over de kansen van Equens op de Europese markt is hij voorzichtig optimistisch. Volgens hem bieden met name kleine banken kansen. Van de grote verwacht hij dat ze rechtstreeks met elkaar zullen communiceren.
"Burning the midnight oil" - Equens verkent de petrol markt. Zo’n tien collega’s van Marketing & Sales, Business Development en Operations zijn bezig in kaart te brengen waar de kansen van Equens liggen. Het is geen eenvoudige markt. Er gaan grote bedragen in om. De oliemaatschappijen zijn door de wol geverfde zakenlui, die niet over één nacht ijs gaan, de beste deal willen en keiharde garanties over onze meerwaarde. Waarom zouden ze de zaak anders uitbesteden? Maar de interesse ligt er wel. Dat merken we bijvoorbeeld als we aanschuiven aan tafel bij een flinke delegatie van de betreffende maatschappij. Het geeft aan dat we serieus genomen worden en het prikkelt ons om met scherpe voorstellen te komen. Denk aan de slogan van BP, “ Meeting your needs”. De petrol markt zit met recht geolied in elkaar: In Europa verdelen de spelers met elkaar zo’n 3 miljard transacties. Naast 2 miljard transacties die met een bankkaart of creditcard worden betaald, wordt 1 miljard, zo’n 35 procent, afgerekend met de ‘private label card’. Dat zijn de kaarten die door leasemaatschappijen worden verstrekt, denk aan de Travelcard en de MultiTankCard. Maar ook de eigen-merkkaarten: de EuroShellCard, de LibertyCard van Q8 en de varianten van Esso, Total en BP. Het zijn marketing tools voor de benzinemaatschappijen. Met als voordeel voor de klant een maandelijkse afschrijving en het opbouwen van een spaartegoed. Het opengaan van de Europese markt is ook binnen petrolbranche aanjager van de trend om te gaan shoppen; het leveren van brandstof is immers de core business van de maatschappijen en niet de ingewikkelde achterkant van transactieverwerking. Vanwege hun omzet en volume zien de maatschappijen zich als first movers in de nieuwe SEPA omgeving. De verwerking van private label-transacties geschiedt tot nu nog onder eigen vlag van de oliemaatschappijen. Sommige opereren centraal anderen decentraal, waaronder Shell. In dat geval moet je per land afspraken maken. Een ander element is het verschil in regelgeving tussen de bankkaarten en de privatelabel kaarten. Voor de eerste categorie geldt de Europese regelgeving en standaardisatie, gesneden koek voor Equens. Voor de tweede gelden rules & regulations van de betreffende oliemaatschappijen. Last but not least is de concurrentiestrijd een factor die vraagt om omzichtigheid. We hebben te maken met pittige tegen kandidaten. Ons petrol programma, onze presentaties met benefits en oplossingen zijn dus echt geheim, zolang we in de Request for proposal-fase zitten. De maatschappijen zelf nemen geen enkel risico, en dat geldt ook voor Equens. Dat hebben we te danken aan onze betrouwbare uitstraling, de fusie, die in het kader van upscaling goed heeft gewerkt, het feit dat we cards en payments onder één dak hebben en dat 10
Nieuwsbrief 2
december 2007
onze PIN-verwerking in Europa relatief heel goedkoop is. Met onze target profilering laten we bovendien zien dat het ons menens is. Nu nog op zoek naar blinde vlekken om met maatwerkproducten de brandstofmaatschappijen voor hun “branding” uit de brand helpen.
5. Brieven van Stichting Pensioenfonds Equens Over indexatie. Mijne heren, In uw brief van 6 juni 2007 heeft u namens enkele leden vragen gesteld over de indexatieregeling van het pensioenfonds. Dit betreft met name de waardevastheid en de wijze waarop de beleidswijziging heeft plaatsgevonden, alsmede de gebruikte index. Gezien de diverse reacties die er zijn geweest, is het goed om dit nog eens uitgebreid toe te lichten. In het verleden was de indexatie van de pensioenen opgenomen in de voor het bedrijf geldende CAO voor het bankbedrijf. Deze CAO is in het jaar 2000 gewijzigd in de Algemene Bank CAO. De verwijzing naar de indexatie van de ingegane pensioenen is toen gewijzigd, wat in feite inhield dat de pensioenfondsen van de banken hier een eigen beleid in hebben kunnen vaststellen. Binnen Interpay is dat in eerste instantie niet gebeurd en heeft de indexatie van zowel de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers als de indexatie van de ingegane pensioenen op een zelfde wijze plaatsgevonden, namelijk op basis van de CAO-loonindex. Met ingang van 1 januari 2006 is Equens (destijds Interpay) uit de Algemene Bank CAO gestapt en werd een eigen CAO met de sociale partners afgesloten. Vanaf genoemde datum gold dus als toepasselijke CAO niet langer de Algemene Bank CAO maar de eigen CAO. Als gevolg hiervan zijn toen aanpassingen in de pensioenreglementen (waaronder de PR1999, die van toepassing is op bijna alle gepensioneerden) doorgevoerd. Eén van die aanpassingen betrof de indexatieregeling omdat in de nieuwe CAO geen regeling over de hoogte van de indexatie was opgenomen zodat een verwijzing daarnaar zonder betekenis zou zijn. Het bestuur heeft mede daarom een nieuw indexatiebeleid vastgesteld. In de onderhandelingen met de vakorganisaties over de CAO wordt ook al enige jaren niet meer gesproken over de indexatie van pensioenen. Dit is een zaak van het pensioenfonds zelf. Het bestuur heeft er voor gekozen om voor de ingegane pensioenen de CBS-prijsindex te hanteren. Deze index staat vermeld op de website van het CBS. De overweging hierbij was dat de prijsindex een logischere en eerlijkere keuze is omdat er een rechtstreekse koppeling is met het uitgavenpatroon van de gepensioneerden. De loonindex verwijst immers naar een onderhandelingsresultaat dat geen relatie heeft met ingegane pensioenen. Het is in de pensioenwereld dan ook gebruikelijk om voor de indexatie van ingegane pensioenen en de pensioenrechten van inactieven de prijsindex in plaats van de loonindex te hanteren. Dit beleid behoeft niet in de statuten te worden vastgelegd. Dat is ook nooit het geval geweest. Onderzoek heeft overigens aangetoond dat toepassing van de prijsindex in de afgelopen 10 jaar in ongeveer de helft van de gevallen voor de gepensioneerden een beter resultaat zou hebben opgeleverd dan bij toepassing van de loonindex. Het bestuur heeft dit vervolgens als voorstel ingebracht in de (extra) deelnemersvergadering van 1 mei 2006. Alle betrokkenen (waaronder de gepensioneerden) zijn hierover toen geïnformeerd bij brief van 3 april 2006 waarin men ook is opgeroepen om die vergadering bij te wonen. Tijdens de betreffende vergadering is uitgebreid op dit onderwerp ingegaan waarbij ook de onderbouwing van het voorstel tot wijziging van de indexatie werd gegeven.
11
Nieuwsbrief 2
december 2007
Uit het verslag van die vergadering blijkt dat alle aanwezigen (deelnemers en gepensioneerden) zich in de gewijzigde indexatieregeling konden vinden. In dit verband kan tevens worden opgemerkt dat de aangepaste indexatieregeling ook aan de orde is geweest tijdens de gepensioneerdendag in mei 2006. Ook toen bleek de instemming met die regeling nadat de bovenvermelde onderbouwing aan de gepensioneerden was gegeven. Laatstelijk zijn de gepensioneerden bij brief van 22 januari 2007 nogmaals geïnformeerd over de toegepaste indexatie (prijsindex) waarop geen enkel bezwaar bij het bestuur is binnengekomen. Tot slot wordt vermeld dat de regeling ook is afgestemd met de toezichthouder die naar aanleiding van de toegezonden reglementswijzigingen geen bezwaar tegen deze aanpassing heeft gemaakt. Het bestuur meent dat op basis van de gevolgde procedure (link met de CAO, verstrekte informatie, uitnodiging betrokkenen voor de extra deelnemersvergadering, instemming van de aanwezigen op die vergadering) gesteld kan worden dat de indexatieregeling de instemming van betrokkenen heeft. Wat betreft de eerste opmerking in uw brief over de opmerking dat “de verhoging eenmalig is” kunnen wij ontkennend antwoorden. In het huidige beleid wordt de toekenning van de indexatie (sinds de ingang van de nieuwe Pensioenwet per 1-1-2007 toeslagverlening geheten) ieder jaar opnieuw door het bestuur beoordeeld. Dit vindt plaats op basis van een vastgesteld beleid met criteria die door het bestuur zijn vastgelegd. Het belangrijkste criterium hierbij is de dekkingsgraad van het pensioenfonds. Deze dient voldoende te zijn (ook De Nederlandsche Bank houdt hier toezicht op) om de toeslagverlening te laten plaatsvinden zonder dat de dekkingsgraad onder het gewenste minimum daalt. De conclusie is derhalve dat de toeslagverlening onder het huidige beleid zal plaatsvinden zolang de dekkingsgraad dit toelaat. Hoogachtend, Stichting Pensioenfonds Equens
Het Bestuur G. Bamberg, vice voorzitter P.H. Oyens, secretaris
Over te weinig uitgekeerd pensioen Mijne heren, In uw brief van 6 juni brengt u de onvrede van enige leden van uw vereniging onder de aandacht met betrekking tot de wijze van uitbetaling van de pensioenen. Dit heeft ons aanleiding gegeven om ook de gang van zaken in het verleden te bezien. Dit om vast te kunnen stellen waarom dit nu pas aan het licht is gekomen, terwijl deze methodiek van uitbetalen al vele jaren heeft bestaan. Wij kunnen niet anders concluderen dat hier zich een samenloop van omstandigheden heeft voorgedaan. In het verleden gingen de meeste medewerkers met pensioen, aansluitend op de actieve periode. Vanuit een premievrije situatie is dit nog niet of nauwelijks voorgekomen. Volgens informatie vanuit HRM werd het (deels vooruit-) betaalde vakantiegeld niet teruggevorderd wanneer men de actieve dienst beëindigde en men aansluitend met (pre)pensioen ging. In die overgang werd de gemiste pensioenbetaling van mei gecompenseerd door het vakantiegeld van (toen) Interpay.
12
Nieuwsbrief 2
december 2007
Gezien de reacties, zijn juist vanuit de groepering die eerst premievrij werden de klachten gekomen. Wie vanuit de werkzame periode bij Interpay vertrok en niet aansluitend met (pre)pensioen ging, moest wel het teveel betaalde deel vakantiegeld terugbetalen. Na een niet-actieve periode ging men dan met (pre)pensioen en, was dat na 1 juni, dan miste men de extra termijn van mei in het eerste pensioenjaar in de inkomsten. Het pensioenfonds heeft, strikt formeel, juist gehandeld. In de reglementen stond (tot 1-12007) vermeld dat de uitbetaling plaatsvond in 13 termijnen, waarbij de 13e termijn in mei werd uitbetaald. Wie na mei met pensioen ging liep zo de 13e termijn mis. Het pensioenfonds kan niet, zonder het reglement geweld aan te doen, een wijziging in de uitbetaling doen. Wel zijn wij het ermee eens dat hier een ongelijkheid heeft plaats gevonden, die om herstel vraagt. Wij hebben besloten om de administrateur te laten onderzoeken wie in de periode 1-1-1999 tot 1-1-2007 met pensioen is gegaan met ingangsdatum na 1 juni en niet aansluitend op de werkzame periode binnen Interpay. Wij zullen onderzoeken wie er te weinig pensioen heeft ontvangen in het eerste jaar, zonder compensatie door het vakantiegeld van Interpay. Het bestuur zal vervolgens besluiten of en hoe compensatie zal plaatsvinden. Hoogachtend, Stichting Pensioenfonds Interpay Nederland
Het Bestuur G. Bamberg, vice-voorzitter P.H. Oyens, secretaris
13