Bijlage I 1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging Ingeval van vervroeging van het levenslang ouderdomspensioen wordt conform lid 2 van artikel 6 het berekende levenslang ouderdomspensioen door het pensioenfonds op actuariële wijze verlaagd. In plaats van ingang op de 65-jarige leeftijd kan het levenslang ouderdomspensioen maximaal 10 jaar eerder ingaan. De ruilvoeten hiervoor, alsmede de uitkomsten, staan in de volgende tabel. Nieuwe ingangsleeftijd 55 jaar 56 jaar 57 jaar 58 jaar 59 jaar 60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar 65 jaar
Ruilvoet 0,559 0,590 0,623 0,658 0,697 0,739 0,783 0,832 0,884 0,940 1,000
Ouderdomspensioen vóór vervroeging in € 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
Ouderdomspensioen na vervroeging in € 559 590 623 658 697 739 783 832 884 940 1.000
De tabel geeft aan hoeveel direct ingaand levenslang ouderdomspensioen op de vervroegde pensioeningangsdatum wordt verkregen door de vervroeging van € 1.000,- opgebouwd levenslang ouderdomspensioen (behorende bij een ingangsleeftijd van 65 jaar). Als de gekozen pensioeningangsdatum op een tussenliggende leeftijd ligt, dan wordt lineair tussen de omliggende ruilvoeten geïnterpoleerd. De hoogte van het opgebouwde partner- en wezenpensioen wordt niet beïnvloed door de vervroegde pensioeningang. De ruilvoeten gelden uiterlijk tot 31 december 2018.
2. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij uitstel Ingeval van uitstel van het levenslang ouderdomspensioen wordt conform lid 4 van artikel 6 het berekende levenslang ouderdomspensioen door het pensioenfonds op actuariële wijze verhoogd. In plaats van ingang op de 65-jarige leeftijd kan het ouderdomspensioen maximaal 2 jaar worden uitgesteld. De ruilvoeten hiervoor, alsmede de uitkomsten, staan in de volgende tabel. Nieuwe ingangsleeftijd 65 jaar 66 jaar 67 jaar
Ruilvoet 1,000 1,066 1,140
Ouderdomspensioen vóór uitstel in € 1.000 1.000 1.000
Ouderdomspensioen na uitstel in € 1.000 1.066 1.140
De tabel geeft aan hoeveel direct ingaand levenslang ouderdomspensioen op de uitgestelde pensioeningangsdatum wordt verkregen door uitstel van € 1.000,opgebouwd levenslang ouderdomspensioen (behorende bij een ingangsleeftijd van 65 jaar). Als de gekozen pensioeningangsdatum op een tussenliggende leeftijd ligt, dan wordt lineair tussen de omliggende ruilvoeten geïnterpoleerd. De hoogte van het opgebouwde partner- en wezenpensioen wordt niet beïnvloed door de uitgestelde pensioeningang. De ruilvoeten gelden uiterlijk tot 31 december 2018.
3. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij uitruil van partnerpensioen voor een toeslag op het levenslang ouderdomspensioen Ingeval van uitruil van het partnerpensioen voor een toeslag op het levenslang ouderdomspensioen wordt het levenslang ouderdomspensioen conform artikel 8 verhoogd op basis van een op actuariële wijze vastgestelde uitruilvoet. De uitruilvoeten zijn hierbij gedefinieerd als percentage van het partnerpensioen. De uitruilvoeten hiervoor staan in de volgende tabel. Nieuwe ingangsleeftijd
55 jaar 56 jaar 57 jaar 58 jaar 59 jaar 60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar 65 jaar
Uitruilvoet als % van het partnerpensioen 16,5 17,3 18,2 19,1 20,0 21,0 22,1 23,2 24,3 25,5 26,8
Opgebouwd partnerpensioen vóór uitruil in € 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
Toeslag op het ouderdomspensioen na uitruil in € 165 173 182 191 200 210 221 232 243 255 268
De tabel geeft aan hoeveel direct ingaand levenslang ouderdomspensioen op de (vervroegde) pensioeningangsdatum wordt verkregen door uitruil van € 1.000,opgebouwd partnerpensioen. Als de gekozen pensioeningangsdatum op een tussenliggende leeftijd ligt, dan wordt lineair tussen de omliggende uitruilvoeten geïnterpoleerd. De hoogte van het opgebouwde wezenpensioen wordt niet beïnvloed door de uitruil. De uitruilvoeten gelden uiterlijk tot 31 december 2018.
4. Hoogte van het partnerpensioen bij uitruil van levenslang ouderdomspensioen voor een toeslag op het partnerpensioen Ingeval van uitruil van het levenslange ouderdomspensioen voor een toeslag op het partnerpensioen wordt het partnerpensioen conform artikel 8 verhoogd op basis van een op actuariële wijze vastgestelde uitruilvoet. De uitruilvoeten zijn hierbij gedefinieerd als percentage van het ouderdomspensioen. De uitruilvoeten hiervoor staan in de volgende tabel. Uitruilleeftijd
21 jaar 22 jaar 23 jaar 24 jaar 25 jaar 26 jaar 27 jaar 28 jaar 29 jaar 30 jaar 31 jaar 32 jaar 33 jaar 34 jaar 35 jaar 36 jaar 37 jaar 38 jaar 39 jaar 40 jaar 41 jaar 42 jaar 43 jaar 44 jaar 45 jaar 46 jaar 47 jaar 48 jaar 49 jaar 50 jaar 51 jaar 52 jaar 53 jaar
Uitruilvoet als % van het ouderdomspensioen 342,9 343,3 343,4 343,2 342,7 341,9 340,9 339,7 338,5 337,2 335,9 334,6 333,1 331,5 329,8 328,1 326,3 324,5 322,8 321,2 319,5 317,6 315,6 313,5 311,5 309,6 308,0 306,7 305,7 304,9 304,4 304,1 304,2
Opgebouwd ouderdomspensioen vóór uitruil in €
Toeslag op het partnerpensioen na uitruil in €
1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
3.429 3.433 3.434 3.432 3.427 3.419 3.409 3.397 3.385 3.372 3.359 3.346 3.331 3.315 3.298 3.281 3.263 3.245 3.228 3.212 3.195 3.176 3.156 3.135 3.115 3.096 3.080 3.067 3.057 3.049 3.044 3.041 3.042
Uitruilleeftijd
54 jaar 55 jaar 56 jaar 57 jaar 58 jaar 59 jaar 60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar 65 jaar
Uitruilvoet als % van het ouderdomspensioen 304,7 305,7 307,1 309,2 311,6 314,4 317,4 320,5 323,9 327,8 332,0 336,7
Opgebouwd ouderdomspensioen vóór uitruil in €
Toeslag op het partnerpensioen na uitruil in €
1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
3.047 3.057 3.071 3.092 3.116 3.144 3.174 3.205 3.239 3.278 3.320 3.367
De tabel geeft aan hoeveel partnerpensioen op de uitruildatum wordt verkregen door uitruil van € 1.000,- opgebouwd levenslang ouderdomspensioen (behorende bij een ingangsleeftijd van 65 jaar). Als de uitruildatum op een tussenliggende leeftijd ligt, dan wordt lineair tussen de omliggende uitruilvoeten geïnterpoleerd. De hoogte van het opgebouwde wezenpensioen wordt niet beïnvloed door de uitruil. De uitruilvoeten gelden uiterlijk tot 31 december 2018.
5. Hoog/laag-constructie bij het levenslang ouderdomspensioen De deelnemer heeft conform lid 5 van artikel 6 het recht zijn ingaande levenslang ouderdomspensioen om te zetten in een ouderdomspensioen dat gedurende een door de deelnemer te bepalen periode, die uiterlijk eindigt op de 70-jarige leeftijd, hoger is dan het oorspronkelijke levenslang ouderdomspensioen en in de periode daarna lager is dan het oorspronkelijke levenslang ouderdomspensioen. Een en ander vindt plaats onder de voorwaarde dat de hoogste uitkering niet meer dan 33,33% hoger is dan de lagere uitkering. In de volgende twee tabellen is ervan uitgegaan dat de hoogste uitkering 33,33% hoger is dan de lagere uitkering. Omzettingsleeftijd 65 jaar Ingangsleeftijd 55 jaar 56 jaar 57 jaar 58 jaar 59 jaar 60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar
Ruilvoet
Ouderdomspensioen in €
Ouderdomspensioen vóór omzettingsdatum in €
Ouderdomspensioen na omzettingsdatum in €
1,162 1,173 1,184 1,197 1,211 1,226 1,244 1,263 1,284 1,307
1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
1.162 1.173 1.184 1.197 1.211 1.226 1.244 1.263 1.284 1.307
872 880 888 898 908 920 933 947 963 980
Ruilvoet
Ouderdomspensioen in €
Ouderdomspensioen vóór omzettingsdatum in €
Ouderdomspensioen na omzettingsdatum in €
1,109 1,115 1,122 1,130 1,138 1,147 1,158 1,169 1,182 1,197 1,213 1,231 1,252
1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
1.109 1.115 1.122 1.130 1.138 1.147 1.158 1.169 1.182 1.197 1.213 1.231 1.252
832 836 842 848 854 860 869 877 887 898 910 923 939
Omzettingsleeftijd 70 jaar Ingangsleeftijd 55 jaar 56 jaar 57 jaar 58 jaar 59 jaar 60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar 65 jaar 66 jaar 67 jaar
De ruilvoet geeft aan hoeveel (tijdelijk) verhoogd ouderdomspensioen wordt verkregen door de uitruil van € 1.000,- opgebouwd levenslang ouderdomspensioen, uitgaande van de pensioeningangsdatum en de omzettingsleeftijd. Verder zijn alleen
de ruilvoeten vermeld uitgaande van een periode waarin de hoogste uitkering wordt uitgekeerd tot de 65-jarige respectievelijk 70-jarige leeftijd. Als de gekozen pensioeningangsdatum en/of omzettingsleeftijd op een tussenliggende leeftijd ligt, dan wordt lineair tussen de omliggende ruilvoeten geïnterpoleerd. De hoogte van het opgebouwde partner- en wezenpensioen wordt niet beïnvloed door de uitruil. De ruilvoeten gelden uiterlijk tot 31 december 2018.
6. Laag/hoog-constructie bij het levenslang ouderdomspensioen De deelnemer heeft conform lid 6 van artikel 6 het recht zijn ingaande levenslang ouderdomspensioen om te zetten in een ouderdomspensioen dat gedurende een door de deelnemer te bepalen periode, die uiterlijk eindigt op de 70-jarige leeftijd, lager is dan het oorspronkelijke levenslang ouderdomspensioen en in de periode daarna hoger is dan het oorspronkelijke levenslang ouderdomspensioen. Een en ander vindt plaats onder de voorwaarde dat de hoogste uitkering niet meer dan 33,33% hoger is dan de lagere uitkering. In de volgende twee tabellen is ervan uitgegaan dat de hoogste uitkering 33,33% hoger is dan de lagere uitkering. Omzettingsleeftijd 65 jaar Ingangsleeftijd 55 jaar 56 jaar 57 jaar 58 jaar 59 jaar 60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar
Ruilvoet
Ouderdomspensioen in €
Ouderdomspensioen vóór omzettingsdatum in €
Ouderdomspensioen na omzettingsdatum in €
0,843 0,836 0,828 0,820 0,811 0,802 0,793 0,783 0,772 0,761
1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
843 836 828 820 811 802 793 783 772 761
1.124 1.115 1.104 1.093 1.081 1.069 1.057 1.044 1.029 1.015
Ruilvoet
Ouderdomspensioen in €
Ouderdomspensioen vóór omzettingsdatum in €
Ouderdomspensioen na omzettingsdatum in €
0,884 0,879 0,873 0,867 0,861 0,854 0,846 0,838 0,829 0,820 0,810 0,800 0,788
1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
884 879 873 867 861 854 846 838 829 820 810 800 788
1.179 1.172 1.164 1.156 1.148 1.139 1.128 1.117 1.105 1.093 1.080 1.067 1.051
Omzettingsleeftijd 70 jaar Ingangsleeftijd 55 jaar 56 jaar 57 jaar 58 jaar 59 jaar 60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar 65 jaar 66 jaar 67 jaar
De ruilvoet geeft aan hoeveel (tijdelijk) verlaagd ouderdomspensioen wordt verkregen door de uitruil van € 1.000,- opgebouwd levenslang ouderdomspensioen, uitgaande van de pensioeningangsdatum en de omzettingsleeftijd. Verder zijn alleen de
ruilvoeten vermeld uitgaande van een periode waarin de lagere uitkering wordt uitgekeerd tot de 65-jarige respectievelijk 70-jarige leeftijd. Als de gekozen pensioeningangsdatum en/of omzettingsleeftijd op een tussenliggende leeftijd ligt, dan wordt lineair tussen de omliggende ruilvoeten geïnterpoleerd. De hoogte van het opgebouwde partner- en wezenpensioen wordt niet beïnvloed door de uitruil. De ruilvoeten gelden uiterlijk tot 31 december 2018.
7. Afkoop pensioenaanspraken Het pensioenfonds heeft het recht tot afkoop van de pensioenaanspraken, indien het pensioen op het tijdstip van ingang lager is dan € 462,88 bruto per jaar (bedrag 2015). Voor afkoop van uitgesteld levenslang ouderdomspensioen, meeverzekerd niet ingegaan partnerpensioen en direct ingaand pensioen zijn de afkoopvoeten als volgt. Leeftijd
Uitgesteld OP vanaf 65
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61
4,7141 4,8952 5,0826 5,2766 5,4771 5,6843 5,8984 6,1192 6,3473 6,5825 6,8248 7,0743 7,3311 7,5950 7,8658 8,1435 8,4280 8,7189 9,0157 9,3182 9,6260 9,9388 10,2558 10,5761 10,8987 11,2228 11,5485 11,8767 12,2068 12,5395 12,8751 13,2150 13,5592 13,9080 14,2613 14,6209 14,9851 15,3543 15,7268 16,1002 16,4758
Meeverzekerd Partnerpensioen 1,2001 1,2515 1,3055 1,3614 1,4200 1,4813 1,5454 1,6130 1,6831 1,7563 1,8328 1,9121 1,9946 2,0804 2,1694 2,2614 2,3566 2,4553 2,5570 2,6612 2,7683 2,8779 2,9894 3,1030 3,2181 3,3349 3,4526 3,5700 3,6882 3,8067 3,9250 4,0416 4,1568 4,2703 4,3824 4,4905 4,5954 4,6956 4,7908 4,8824 4,9662
Direct ingaand ouderdomspensioen 34,3831 34,2360 34,0819 33,9213 33,7531 33,5771 33,3928 33,1996 32,9979 32,7870 32,5664 32,3363 32,0960 31,8450 31,5832 31,3103 31,0259 30,7294 30,4207 30,1000 29,7667 29,4205 29,0618 28,6901 28,3056 27,9075 27,4962 27,0729 26,6358 26,1853 25,7213 25,2449 24,7554 24,2529 23,7368 23,2098 22,6699 22,1192 21,5573 20,9830 20,4004
Direct ingaand partnerpensioen 34,7869 34,6584 34,5240 34,3830 34,2352 34,0812 33,9199 33,7517 33,5757 33,3921 33,2000 32,9998 32,7904 32,5725 32,3455 32,1086 31,8620 31,6050 31,3377 31,0594 30,7704 30,4703 30,1587 29,8348 29,4999 29,1524 28,7935 28,4225 28,0378 27,6397 27,2282 26,8033 26,3661 25,9134 25,4469 24,9661 24,4712 23,9621 23,4393 22,9015 22,3517
Leeftijd
Uitgesteld OP vanaf 65
62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100
16,8511 17,2265 17,6029 17,9823
Meeverzekerd Partnerpensioen 5,0442 5,1144 5,1768 5,2302
Direct ingaand ouderdomspensioen 19,8077 19,2064 18,5976 17,9823 17,3610 16,7352 16,1043 15,4719 14,8375 14,2001 13,5668 12,9380 12,3125 11,6940 11,0828 10,4826 9,8961 9,3227 8,7613 8,2170 7,6937 7,1846 6,6971 6,2297 5,7834 5,3632 4,9651 4,5941 4,2508 3,9275 3,6259 3,3470 3,0906 2,8569 2,6461 2,4598 2,2927 2,1444 2,0152
Direct ingaand partnerpensioen 21,7887 21,2107 20,6187 20,0157 19,3997 18,7724 18,1336 17,4874 16,8328 16,1689 15,5008 14,8272 14,1507 13,4728 12,7962 12,1216 11,4535 10,7923 10,1391 9,5009 8,8798 8,2754 7,6906 7,1271 6,5873 6,0768 5,5960 5,1400 4,7163 4,3223 3,9547 3,6162 3,3063 3,0248 2,7717 2,5473 2,3480 2,1734 2,0241
Als de berekeningsdatum op een tussenliggende leeftijd ligt, dan wordt lineair tussen de omliggende afkoopvoeten geïnterpoleerd. De afkoopvoeten gelden uiterlijk tot 31 december 2015. Het bestuur van het pensioenfonds zal tenminste één keer per jaar de afkoopvoeten opnieuw vaststellen.